Het was een van de meest schaamtevolle periodes uit de Franse geschiedenis: de collaboratie van Franse industriëlen en zakenmensen met de nazi’s gedurende de bezetting van Frankrijk.  Louis Renault, die het bedrijf in 1898 met zijn broers oprichtte, stierf in 1944 in de gevangenis in afwachting van een rechtszaak vanwege collaboratie met de vijand. Dat was  twee maanden na de bevrijding van Frankrijk. In Januari 1945 heeft Charles de Gaulle en de regering destijds het bedrijf Renault  in beslag genomen en  genationaliseerd, het bedrijf Renault beschuldigend van samenwerking met de Duitsers en het leveren van auto’s en services aan het Duitse leger.

De zeven kleinkinderen van Louis Renault baseren zich nu op een nieuwe wet, die is geïntroduceerd door Nicolas Sarkozy, om te stellen dat de nationalisatie van destijds niet strookte met de Franse grondwet. Hun advocaten zeggen dat geen enkel ander bedrijf dezelfde behandeling heeft gekregen  en dat het oneerlijk was het bedrijf te nationaliseren zonder dat Louis Renault ooit voor de rechter was geweest.  Zij willen nu financiële compensatie van de staat. Hélene Renault-Dingli, een van de kleinkinderen die de zaak aanhangig hebben gemaakt, zei voor de Franse televisie dat het erom gaat hoe oneerlijk en onrechtmatig de Staat is geweest. "We zijn de geschiedenis niet anders het lezen."

Zij zei ook blij te zijn met een nieuw debat onder historici om erachter te komen wat er werkelijk gebeurde in de Renault-fabrieken gedurende WO II.  Onder historici is er geen twijfel  over dat Renault motoren, voertuigen en technologie leverde aan de Duitsers gedurende de bezetting.  De vraag is of het bedrijf dat vrijwillig deed of dat, zoals de nazaten nu beweren, het bedrijf geen keus had.  De bekende oorlogshistoricus Henry Rousso zei in de Franse krant Le Figaro: "Renault werkte voor de Duitse oorlogseconomie. Maar in welke mate en met welk enthousiasme? Dat moet onderzocht worden."

Sommige historici wijzen erop dat ook andere grote industriële groepen (Peugeot en Citroën) weliswaar ook voor de Duitsers werkten, maar er in de jaren 1942 en 1943 voor kozen het verzet en de geallieerden te steunen. (bron: Le Figaro / The Gardian)