Dat hebben beide bedrijven maandagochtend vroeg bekend gemaakt. "Dit maakt van PSA de tweede autogroep in Europa met een marktaandeel van 17 procent. De sterke en evenwichtige aanwezigheid in haar thuismarkten zal dienen als basis voor winstgevende groei wereldwijd," aldus PSA. De eigenaar van Peugeot en Citroën sluit ook een overeenkomst met bank BNP Paribas om de ontwikkeling van de merken Opel en haar Britse tegenhanger Vauxhall verder door te voeren. De transactie van 2,2 miljard euro stelt General Motors op haar beurt ‘in staat om haar transformatie voort te zetten terwijl er ook waarde voor de aandeelhouders zal ontstaan’.

Turnaround versnellen 

Bestuursvoorzitter Carlos Tavares van PSA is een tevreden man: ‘’We zijn erg blij dat we Opel/Vauxhall binnen kunnen halen en zijn ook volledig toegewijd om dit prachtige bedrijf verder te ontwikkelen en de turnaround te versnellen. We zijn van plan PSA en Opel/Vauxhall te managen op basis van hun eigen merkidentiteiten. We weten dat Opel/Vauxhall de juiste partner is.” Mary Barra, CEO van General Motors, zegt: ‘’We zijn blij dat we samen een nieuwe mogelijkheid hebben geschapen om de prestaties op lange termijn van onze beide bedrijven te versterken. Voor GM is dit een volgende grote stap in het voortdurende werk dat onze verbeterde prestaties voordrijft. We geven onze onderneming opnieuw vorm en bieden record resultaten voor onze eigenaren. We geloven dat dit nieuwe hoofdstuk Opel en Vauxhall in een zelfs nog sterke positie brengt voor de lange termijn.”

Lastige klus

De doelstelling van PSA is om Opel via saneringen in 2020 te helpen aan een operationele winstmarge van 2%. De ommekeer wordt een lastige klus voor de Fransen. Opel is al twintig jaar verlieslatend. Sinds 2009 heeft GM bij Opel voor 9 miljard dollar aan verliezen opgestapeld. De doelstelling om in 2016 het lek boven te hebben, mislukte. General Motors is maar liefst negentig jaar lang eigenaar geweest van Opel, en gaat na de verkoop door met de desinvestering van onderpresterende bezittingen.