Nissan verwacht nu dat de operationele winst over het boekjaar 2017/18, dat tot 31 maart loopt, uit zal komen op omgerekend rond de 4,88 miljard euro, dat is dan acht procent minder dan in het vorige boekjaar. Dat komt ook doordat de Japanse autobouwer veel last heeft van de zware concurrentie op de Amerikaanse automarkt waar het een grote speler is.

Schandaal

Nissan heeft in oktober door het schandaal, waarbij de eindkeuring werd verricht door personeel dat daartoe niet bevoegd was, op de thuismarkt de helft minder auto’s verkocht dan een jaar eerder. Bovendien heeft Nissan de afgelopen maanden 1,2 miljoen auto’s terug moeten roepen om bepaalde delen van de contrôle over te doen. Ook is de productie in de fabrieken in Japan tijdelijk stil gelegd.

Doel niet gehaald

Het schandaal, dat alleen betrekking heeft op auto’s in Japan, heeft de autofabrikant daarmee inmiddels al bijna 200 miljoen euro gekost. Op langere termijn lijkt Nissan daarmee het gestelde doel niet te halen om de winstmarge op te voeren naar zes tot acht procent zoals een paar jaar geleden geformuleerd door de toenmalige CEO Carlos Ghosn. Over het eerste halfjaar kwam die marge al niet hoger uit dan 5 procent.