Die fabrieken lagen tot 8 november stil om de eerder gerezen problemen rond de eindkeuring van nieuwe auto’s op te lossen. Sindsdien zijn ze vanwege de nieuwigheid van de procedures slechts langzaam op gang gebracht waardoor er afgelopen maand niet meer dan 59.227 personen- en vrachtauto’s van de band rolden.

Elders in de wereld lag de productie bij Nissan-fabrieken echter ook lager. De fabrikant vermeldt daarbij geen oorzaak maar aan te nemen valt dat er sprake is van enige overloop van de problemen in Japan, bijvoorbeeld bij de toelevering van onderdelen. In de Verenigde Staten kwam de productie met 74.068 eenheden 10 procent lager uit, in Mexico werden met 63.688 stuks 14 procent minder auto’s gebouwd terwijl de Europese fabriek in het Noordengelse Sunderland een bescheiden min van 2 procent noteerde met 45.691 Nissans. Wereldwijd leverde dat alles 497.839 nieuwe auto’s op, een daling met bijna acht procent vergeleken met november 2016.