Bosch en de Japanse bedrijven NGK en Denso hebben van 2000 tot 2011 illegale afspraken gemaakt rond de Europese markt voor bougies. De bedrijven hebben vertrouwelijke informatie over de markt en over hun klanten uitgewisseld en in sommige gevallen ook de prijzen afgesproken. Ook kwamen ze overeen niet onder elkaars klanten te werven. De afspraken vonden plaats in onderlinge contacten tussen Bosch en NGK en tussen Denso en NGK. Uiteindelijk werden de afspraken gemeld door Denso dat daarom wel schuldig werd bevonden maar de boete kreeg kwijtgescholden. Na aftrek van de korting kreeg Bosch voor dit kartel een boete van 45,834 miljoen euro en NGK van 30,365 miljoen euro.

Bosch was samen met landgenoot Continental en TRW, dat tegenwoordig bekend staat als het eveneens Duitse ZF TRW, ook betrokken bij soortgelijke afspraken rond remsystemen. Hier spreekt de Commissie van twee afzonderlijke kartels waarbij de bedrijven van 2007 tot 2011 eveneens gevoelige informatie uitwisselden, zowel tijdens bijeenkomsten als via de telefoon of email. Het ene kartel had betrekking op contracten met Daimler en BMW, het andere met Volkswagen. Deze illegale circuits werden uiteindelijk gemeld door TRW, dat toen nog een Amerikaans bedrijf was, en door Continental. Voor deze kartels kreeg Bosch boetes van 19,348 miljoen euro en van 12,072 miljoen en Continental van ruim 44 miljoen.

Tenslotte deelde Brussel ook nog boetes uit voor in totaal 395 miljoen aan een vijftal rederijen die autoschepen over de wereld laten varen. Dit vijftal heeft zich zes jaar lang schuldig gemaakt aan illegale anticoncurrerende praktijken waartoe de verkoopmanagers regelmatig bij elkaar kwamen in kantoren maar ook in bars en restaurants. Zij maakten daarbij afspraken over prijzen en over wie bepaalde klanten zou bedienen en wisselden ook verder marktinformatie uit.