Het is jammer dat De Nysschen zijn karwei niet heeft mogen afmaken. Cadillac stond er bij zijn aantreden (eind 2013) slechter voor dan nu. Maar zachte heelmeesters makende stinkende wonden en dat wilde De Nysschen, voorheen de baas van Infiniti, niet zijn. Hij ontwikkelde het stoutmoedige plan om het hoofdkwartier van Cadillac van Detroit naar New York te verplaatsen. Dat moet tegen het zere been van menig General Motors manager geweest zijn, maar De Nysschen had groot gelijk: wie in de autowereld om zich heen kijkt, ziet dat succesvolle premiummerken een zelfstandig hoofdkantoor hebben, buiten de directe invloedsfeer van het moederbedrijf. Zo koestert Audi haar eigen stek in Ingolstadt en voelt Porsche er niks voor om vanuit Zuffenhausen naar Wolfsburg te verkassen.

Oppervlakkige analisten merken op dat Cadillac onder het bewind van De Nysschen niet al te best boerde. Dat is een onbenullige constatering omdat iedereen die wél verstand heeft van de autobranche, weet dat het (minimaal) 4 jaar duurt voordat nieuw ontwikkelde modellen in de showrooms arriveren. Dus een oordeel over de oogst van het zaaiwerk van De Nysschen kan eigelijk pas dit jaar plaatsvinden. En inderdaad: nadat de mondiale verkopen van Cadillac in 2016 en 2017 gedaald waren, hervond het merk in het eerste kwartaal van dit jaar weer de opgaande lijn.

Je zou denken dat De Nysschen daarvoor op zijn minst een bos bloemen op zijn bureau kreeg, maar in plaats daarvan werd hem verzocht zijn directievertrek te verlaten. Stank voor dank dus. Het karakter van De Nysschen is gelukkig groot genoeg om de hand in eigen boezem te kunnen steken. Hij erkent dat hij met zijn directe managementstijl geen vrienden heeft gemaakt en mogelijk op iets te veel tenen is gaan staan. Maar De Nysschen heeft geen spijt van zijn aanpak. Volgens hem had Cadillac geen behoefte aan ‘meer van hetzelfde’, maar was een radicale koerswijziging nodig. Daar paste een verhuizing van het hoofdkantoor naar New York bij. Ver weg van de dossier verschuivende ambtenaren in het Kremlin van General Motors.

Maar voor Cadillac zit er dus geen eigen variant van de ‘Praagse lente’ in. Het merk wordt nu aan de leiband gelegd van de General Motors veteraan Steve Carlisle. Die had tot nu toe een leidende functie bij de Canadese visie. De voorpagina’s heeft Carlisle evenwel met zijn beleid nooit weten te halen. Maar General Motors heeft blijkbaar liever een grijze mus annex jaknikker achter het stuur van Cadillac dan iemand met een frisse blik. Jammer, want juist dit beroemde Amerikaanse premiummerk verdient het om weer de glans van weleer te krijgen. (Toralt Deinum, Autointernationaal)