Net als branchegenoot Ferrari heeft Aston Martin met haar beursgang hoog ingezet. Het Britse bedrijf mikte aanvankelijk op een maximale waardering van 5 miljard pond. Maar na kritiek van beleggers nam Aston Martin al wat gas terug. Er werd in plaats van 18,5 tot 20 pond per aandeel ingezet op 17,5 tot 22,5 pond; een verschil van 11 procent. Dit betekent een maximale waardering van 4,45 miljard pond (afgerond 5 miljard euro). Aston Martin zou hiermee gewaardeerd worden op ongeveer 21,8 keer de bruto bedrijfswinst, en nog hoger als de onderzoeksuitgaven en schulden meegerekend worden. Bij Ferrari, dat structureel veel winstgevender is en meer cash genereert, is de waarderingsfactor 20,9.

Aston Martin kan hiermee een notering krijgen in de Britse FTSE 100 aandelen sterindex. De laatste autofabrikant die dit voor elkaar kreeg, was Jaguar. De huidige aandeelhouders willen een kwart van de aandelen naar de beurs brengen. Gelukkig kon over de eerste jaarhelft van 2018 mooie cijfers worden gepresenteerd. De omzet en de bedrijfswinst stegen met respectievelijk 8 en 14 procent naar een recordniveau. Dit jaar moeten er 6.200 à 6.400 auto’s van de band rollen, bij een winstmarge van 23 procent.

Voor het boekjaar 2020 streeft topman Andy Palmer naar een productie van 9.600 à 9.800 auto’s; de helft meer dan dit jaar dus. De groei moet vooral gerealiseerd gaan worden met een volgend jaar te introduceren cross-over, de DBX. Daarna zal het Lagonda label een comeback maken. Elk jaar kunnen wij een nieuw model van Aston Martin verwachten. Hierdoor is volgens Palmer op de middellange termijn een verkoopniveau van 14.000 auto’s per jaar en een winstmarge van meer dan 30 procent mogelijk. Dat het aantal Aziatische multimiljonairs, die graag en ostentatief het geld laten rollen, snel blijft toenemen, draagt ook bij aan de groeiverwachting van Aston Martin.

Dat analisten sceptisch blijven, is logisch. Eén semester met fraaie cijfers maakt immers nog geen zomer. Aston Martin heeft 7 broodmagere jaren achter de rug. Niet uit te sluiten valt dat het herstel fragiel en van korte duur is. En dat de huidige aandeelhouders zich onterecht rijk rekenen. Het is begrijpelijk dat zij, verblind door dollartekens in hun ogen, gekeken hebben naar Ferrari. De Italiaanse sportwagenfabrikant is sinds de beursgang onder leiding van wijlen Sergio Marchionne miljarden dollars meer waard geworden en presteert beter dan ooit.

Wie heeft er gelijk? De sceptische analisten of Palmer met zijn plannen voor hogere productieaantallen, idem verkopen en diverse extra modellen? Het klinkt weliswaar indrukwekkend dat Aston Martin in de periode tot en met 2022 ieder jaar met nieuws zal komen, maar kwantiteit is (natuurlijk) niet hetzelfde als ‘kwaliteit’. Eén blik op het dashboard van de jongste Vantage maakt dat duidelijk. Wat een rommeltje. Zelfs Tata Motors zou met deze chaos niet weg komen.

Bron: Autointernationaal