De essentie: de berijder kan maximaal vier keer per jaar van vervoersmiddel wisselen, afhankelijk van zijn mobiliteitsbehoefte op dat moment. Te denken valt aan een stationwagen voor de vakantie, een bestelbus voor grote ladingen of een motorscooter voor een tijdelijke opdracht in de stad. Voordeel: de leaserijder kan het grootste gedeelte van het jaar een zuinigere en vaak kleinere auto rijden. Op momenten dat het nodig is, is aanvullende mobiliteit beschikbaar. Daarnaast profiteert de werkgever het hele jaar van lagere brandstofkosten, die gemiddeld 25 tot 30 procent van de totale autokosten uitmaken.

Bij ALD switch wordt niet alleen een leaseauto gecalculeerd, maar ook een persoonlijk huurtegoed. Het maandtarief wordt bepaald op basis van een gekozen voertuigcategorie en het aantal dagen en keren dat men hier per jaar gebruik van wil maken.  ALD-directeur Carel Bal: "Nederlandse bedrijven zoeken steeds meer keuzevrijheid in het mobiliteitspakket dat zij werknemers aanbieden. Enkele bedrijven experimenteren al met een mobiliteitsbudget, maar voor velen is dat nog een stap te ver."