Het is nog maar enkele maanden geleden dat het vuur onder de herlanceringplannen van Alfa Romeo op spectaculaire wijze flink werd opgestookt. Maar nu staat het beroemde Italiaanse automerk (opnieuw) op de spaarbrander, zo bleek uit een presentatie van FCA aan de investeerders. Dat Alfa Romeo uit de gratie is, kan niet los worden gezien van de problemen bij zustermerk Maserati. Daar heeft de kapitaalinjectie geen duurzaam verkoopeffect gehad.
In het oorspronkelijke, uit 2014 stammende, vijfjarenplan stond als doelstelling om het gamma in 2018 volledig vernieuwd te hebben. Maar dat zal op zijn vroegst 2020 worden. De vertraging begint al bij de Giulia. De langverwachte opvolger van de 159 zal vermoedelijk pas in september in de showrooms arriveren en niet al vóór de zomer, zoals aanvankelijk was aangekondigd. De eveneens voor 2016 aangekondigde suv die moet gaan concurreren met o.a. de Audi Q5 en de Mercedes GLC, verschijnt met ruim een jaar vertraging op het toneel. Effectief betekent dit waarschijnlijk dat dit model pas in 2018 in de showrooms te bewonderen is. Voor wie het inmiddels vergeten is: in 2003 (!) presenteerde Alfa Romeo al een prototype.

Voor de andere zes nieuwe modellen, die eerder met veel bombarie werden aangekondigd, wordt geen concrete lanceringdatum meer genoemd. Volgens de hoofddirectie van FCA blijven de strategie voor Alfa Romeo en het bijbehorende modellenoffensief ongewijzigd, maar worden de investeringen aanzienlijk teruggeschroefd. Dat betekent dat de ontwikkeling (en voorbereiding van de productie) van de zes andere nieuwe modellen op een laag pitje wordt gezet. Zoals de kaarten nu liggen, zal het gamma pas in 2020 volledige vernieuwd zijn.

Korreltje zout 

Die datum van 2020 kunnen we trouwens met een korreltje zout nemen. Immers, het zou betekenen dat Alfa Romeo in een tijdsbestek van twee jaar (2019/2020) een zestal nieuwe modellen moet lanceren. Zelfs voor een merk met een enorme cashflow en idem ontwikkelingsafdeling als BMW is dat een enorme opgave. Alfa Romeo heeft plannen voor een sedan boven de Giulia, twee extra suv-modellen (eentje die groter is dan het in 2017 te lanceren ontwerp, plus een kleiner type), een opvolger voor de Giulietta en een tweetal sportwagens van het kaliber van de 4C. De MiTo krijgt sowieso geen opvolger omdat een dergelijk compact, in Europa te produceren, model zich niet mondiaal laat verkopen.


Wereldspeler

U leest het goed: Alfa Romeo wilde een wereldspeler worden. Bij die ambitie kunnen sowieso vraagtekens worden geplaatst aangezien er van een gezonde thuismarkt (Europa) geen sprake is. Je kan gerust stellen dat op de uitvalsbasis van Alfa Romeo het dak op meerdere plekken lek is. Dat komt niet alleen door het bescheiden en verouderde gamma. Met de Giulietta is optisch niet zo heel veel mis, maar toch weet deze compacte middenklasser de Europese autoconsument niet meer te bekoren. De showrooms van de dealers kunnen ook wel een lik verf gebruiken. Dus waarom expansieplannen maken als de boel thuis nog in de steigers staat?

Het kan te maken hebben met vluchtgedrag. Als het hier niet lukt, probeer je het ergens anders. Bovendien lonkte lange tijd de Chinese markt. Daar groeiden de bomen lange tijd tot aan de hemel, maar die tijd is nu definitief voorbij. De Chinese economie verkeert in een slechte gezondheid. Ook de automarkt heeft daar last van, met name het premiumsegment, omdat de overheid strenger optreedt tegen corruptie. Visioenen over gouden bergen in China zijn dus niet op zijn plaats, helemaal omdat Alfa Romeo niet lokaal kan produceren en dus tegen hoge importtarieven aanloopt.

Van de baan 

Dit betekent dat de mondiale uitrol van het merk Alfa Romeo feitelijk van de baan is. FCA-topman Sergio Marchionne wil zich voor zijn premiumdochter nu concentreren op de Europese en Amerikaanse markt. Op zich niet onverstandig, maar de D-segment Giulia (en de daarvan af te leiden suv) is eigenlijk te groot en te duur om in Europa serieuze verkoopaantallen mee te scoren. Niet voor niets hebben veel andere merken deze autoklasse de rug toe gekeerd. En in Amerika lijkt Alfa Romeo geen magisch imago meer te hebben: de 4C, die primair voor deze markt werd ontwikkeld, verkoopt zich namelijk moeizaam.

In de oorspronkelijke, uit 2014 stammende plannen stond dat het Italiaanse merk in 2018 jaarlijks vierhonderd duizend  auto’s wil verkopen. Van die ambitie blijft niet veel over nu de revitaliseringstrategie wordt herzien en de geldkraan wordt dichtgedraaid. De MiTo zal in 2018 vermoedelijk overleden zijn en de sportwagenfan heeft over twee jaar vermoedelijk liever een Alpine dan een 4C. Als Alfa Romeo tegen die tijd nog dertig duizend exemplaren van de Giulietta in Europa kan verkopen, mag het merk in haar handjes knijpen. Omdat de sedan ook in de VS op zijn retour is, moet er van de Giulia geen wonderen verwacht worden. De suv heeft meer potentieel, maar dan nog zal de totale afzet niet boven de honderdvijftig duizend eenheden uitkomen.

Naar Jeep

Het geld dat nu niet in Alfa Romeo zal worden geïnvesteerd, gaat FCA gebruiken om Jeep een extra duw in de rug te geven. Deze Amerikaanse suv-specialist doet het namelijk wereldwijd zeer goed. Vorig jaar verkocht Jeep liefst 1,2 miljoen auto’s. In 2018 moeten dat er twee miljoen zijn. Eerder werd nog uitgegaan van 1,9 miljoen auto’s, maar de verkoop ontwikkelt zich boven verwachting. Samen met de pick-ups van Dodge Ram zijn dit de enige lichtpuntjes in het FCA-portfolio. Lancia is afgeschreven, Maserati stelt weinig voor, Ferrari is aandelenlachertje, Fiat is geen volwaardig volumemerk meer en Alfa Romeo is toe nu toe vooral veel blabla… (door Toralt Deinum / Autointernationaal.nl)