General Motors en Chrysler kregen eerder al respectievelijk voor negen miljard en vier miljard dollar overbruggingskredieten van de Amerikaanse overheid. De autofabrikanten moeten nu bewijzen dat zij met dat steungeld wel degelijk levensvatbaar zijn. Indien het in te dienen plan de overheid niet overtuigt, moeten de fabrikanten de voorgeschoten middelen onmiddellijk terugbetalen.
Tijdens het weekend was de paniek in Detroit alvast groot. De onderhandelingen tussen de autofabrikanten en de Amerikaanse vakbond United Auto Workers vlotten niet. Integendeel: General Motors dreigt zelfs serieus in de problemen te komen. Een onderhandelaar die de gesprekken van dichtbij volgt, stelde: "General Motors kan nu elk moment het faillissement aanvragen".
De kwakkelende autofabrikant zou dan binnen het zogenaamde ‘Chapter 11’ bescherming aanvragen tegen zijn schuldeisers. Niemand kan op dat moment nog claims uitoefenen op het bedrijf. Topman Rick Wagoner heeft er al die tijd voor gewaarschuwd dat hij met alle middelen een dergelijke vernedering wil vermijden. Hij vreest immers dat General Motors dan ook door ‘Joe the Plumber’ gezien zal worden als aangeschoten wild waarvan niemand nog auto’s gaat kopen. De vakbond UAW is echter niet bereid concessies te doen voor wat betreft de pensioenverplichtingen van General Motors. De autofabrikant wil de pensioenlasten verminderen en heeft de vakbond voorgesteld om de twintig miljard dollar uit de pensioenkas voor de helft om te zetten in aandelen van een later geherkapitaliseerde groep. De vakbond weigert dat. De gesprekken over dit onderwerp liepen gisteren volledig vast. Als oplossing ziet General Motors: nog meer geld van de overheid. Wagoner zou de nieuwe minister van financiën Geithner vijf miljard dollar extra hebben gevraagd bovenop de al verkregen miljarden.