Europa moet de ontwikkeling en vervolgens de productie van accu’s gezamenlijk aanpakken om geen achterstand op te lopen ten opzichte van het verre oosten. Verder ziet hij de elektrische auto pas vanaf 2020 als meer dan een niche.

Boht sprak eerder deze week tijdens een mediabijeenkomst in het Duitse Boxberg (waarover AM binnenkort uitvoerig zal berichten). Als de Europese industrie tegen 2020 op het gebied van elektrisch rijden een structureel marktaandeel in handen wil hebben, dan moet ze volgens Bohr nu de handen ineenslaan. "In China coördineert men de ontwikkeling van elektrische aandrijfsystemen van staatswege. Ook in Japan is op de achtergrond een helpende hand merkbaar. Dat de ontwikkeling in deze landen op een gecoördineerde manier verloopt, zou ons aan het denken moeten zetten. Wij hebben er alle belang bij om de krachten in Europa en de VS niet onnodig te versnipperen." Bohr verwacht door samenwerking grote besparingen te kunnen realiseren op het gebied van de ontwikkelings- en productiekosten van batterijen.  

Bosch richtte vorig jaar samen met Samsung SDI de joint venture SB LiMotive op. Het doel is de ontwikkeling van lithium-ion batterijen. De serieproductie van batterijcellen voor hybrides start naar verwachting in 2011, een jaar later volgende cellen voor elektrische auto’s.

Overigens spelen volgens Bosch benzine- en dieselmotoren nog minimaal twintig jaar de eerste viool. Met een veelvoud van maatregelen verwacht Bosch de komende jaren een brandstofbesparing tot dertig procent te kunnen realiseren. Dr. Rolf Leonhard, executive vice president engineering op het gebied van dieselsystemen, sprak tijdens de mediabijeenkomst  over een ‘drie liter auto’ uit de Golf-klasse. "Die auto, met een gewicht van 1.200 kilo, stoot zeventig gram CO2 uit."