De return on sales groeide van 15,9 procent in 2007 naar 17,6 procent in 2008. Volgens de fabrikant is het resultaat, bereikt in een uiterst woelige periode voor de autosector, onder meer te danken aan de brede productrange en aan kostenreductie. Ondanks de kritische blik op de uitgaven investeerde Ferrari nog nooit zo’n hoog percentage (achttien procent) van zijn inkomsten aan onderzoek en ontwikkeling. Meer efficiency en verbeteringen in de productie hielpen de ongunstige wisselkoers van dollar en pond te compenseren.

Ferrari boekte in 2008 een omzet van 1,9 miljard euro, ruim vijftien procent meer dan in 2007 (dat met 1,6 miljard euro het vorige recordjaar was). Aan de stijging droegen vooral de modellen 430 Scuderia, 612 Scaglietti en 599 GTB Fiorano 12-cylinder modellen bij. In totaal levered Ferrari 6.587 auto’s af bij klanten, twee procent meer dan in 2007. Noord-Amerika blijft de grootste afzetmarkt: 1.700 auto’s, 26 procent van het totaal. In Oost-Europa groeide de verkoop met 23 procent, de rest van Europa bleef op het niveau van 2007.

Topman Luca di Montezemolo ziet de klinkende cijfers als een bevestiging dat Ferrari op de juiste koers zit met zijn focus op "exclusiviteit, innovatie en mensen".