Dat bevestigde de automobilistenclub aan het Duitse magazine Stern. Meyer is op 27 juni 2003 met een reddingshelikopter eerst naar de haven van Hamburg gevlogen (naar de Dag van de Verkeersveiligheid)  en daarna naar Wolfsburg voor een zakelijke bijeenkomst.  De vlucht zou door de ADAC zijn betaald.

De helikopter is daarbij overigens wel beide keren buiten een vliegveld geland. In principe heeft ADAC voor zijn 51 traumahelikopters een algemene  zogenoemde ‘ausenlandegenehmigung’, dus een vergunning om buiten de vliegvelden te landen. Maar die vergunning is bedoeld voor reddingswerk en noodgevallen en niet voor simpel personentransport. Maar volgens automobilistenclub was er voor dit geval wel toestemming. De club meldde aan Stern dat er in de afgelopen jaren ‘minder dan dertig keer’ door bestuursleden dienstreizen per traumahelikopter zijn gemaakt.
De helikopters zijn van ADAC Luftrettung, een onderneming die wordt gefinancierd door overheidsgeld en door bijdragen van zorgverzekeraars en van ADAC-leden, en door giften. De vraag is nu, hoe de kosten voor de vluchten van de bestuursleden van ADAC zijn afgerekend. De club zelf ziet hierin geen groot probleem. Stern citeert een verklaring van ADAC:  ‘De bestuursleden zijn ertoe gerechtigd om voor zakelijke doeleinden gebruik te maken van reservehelikopters van de reddingsdienst. Voor zover wij gebruikmaken van de helikopters voor andere zaken dan reddingswerk, doen wij dit in het kader van onze verantwoordelijkheid als onderneming om de vaste kosten te drukken.’    

ADAC, de grootste vereniging van Duitsalnd, ligt de laatste dagen nogal onder vuur. Na de ophef over het sjoemelen met de cijfers voor de ‘Lieblingsauto der Deutschen’ komen er nu steeds meer verwijten. De Duitse Justitie trekt op grond van de talrijke met de club verbonden ondernemingen de status van  vereniging in twijfel. Bovendien zet men nu ook vraagtekens bij de windtunneltests, de tests van gebruikte auto’s en de beroemde pechstatistieken.