Dat blijkt uit twee neuropsychologische onderzoeken naar de relatie tussen automerken en de menselijke hersenen. De belangrijkste conclusie: aansprekende merken appelleren aan het menselijk oerinstinct, terwijl value brands zich telkens moeten bewijzen in een veranderend behoeftepatroon.

"Geen product ter wereld waaraan meer geld wordt uitgegeven dan de auto", zegt  Martin de Munnik, communicatiestrateeg en partner in merkconsultantsbureau EQ Brands. "En toch is er weinig bekend over de koopmotivatie, voorkeuren en keuzes die mensen bij automerken hebben."

In beide onderzoeken waarnaar De Munnik verwijst is dat verband tussen menselijk gedrag en (neuro)psychologie wél aangetoond. Zo bleken bekende automerken (*) veel meer activiteit te stimuleren in de mediale prefrontale cortex. Binnen dit hersengebied draait het (onder meer) om zelfkennis, zelfreflectie en zelfwaardering. De onderzoekers concluderen eruit dat een automerk een symbolische functie heeft: "een communicatiemiddel, waarmee je jouw omgeving vertelt wie je bent. Je toont als het ware jouw mentaliteit: sportief, zakelijk, eigenzinnig, stijlvol, arrogant."

Daarentegen toonde een vervolgonderzoek (**) aan dat de value brands hun rechtvaardiging juist vinden in rationele argumenten. Dit betreft zaken die vooral de neo cortex activeren, het hersengebied dat abstract denken, beredeneren en zintuiglijke waarneming verwerkt.

(*) Neural correlates of culturally familiar brands. (**) Thinking on luxury pragmatic brand products.