Slechts 56 procent van de voor onderzoek meegenomen oliemonsters bleek in perfecte toestand te verkeren.
In 28 procent van de gevallen was het bestanddeel water in de olie te hoog. Als mogelijke oorzaken noemt de GTÜ de vele korte ritten, waardoor condens niet kan verdampen in de motor. Gevolg: de slijtage neemt toe en de corrosiebescherming af.
In zestien procent van de monsters bevond zich verder een te hoog gehalte glycol. De alcohol in de olie is afkomstig uit het koelsysteem en duidt op lekkage aan de cilinderkop. In al deze gevallen is motorschade niet ver weg meer. Bij vijftien procent van de oliemonsters stelden de onderzoekers een te hoog roetaandeel vast; bij 7,5 procent zat te veel brandstof in de olie. Beide problemen betreffen vooral voertuigen die vaak korte ritten afleggen. Ze kunnen overigens ook duiden op problemen aan de zuigers.
