Het overbrengen van de vijf racewagens van het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart naar den Haag is op zichzelf al een bijzonderheid. Dat kon dan ook alleen maar tot stand komen dankzij de buitengewoon goede reputatie van het Nederlandse museum en de inspanningen van eigenaar Evert Louwman en directeur Ronald Kooyman. Het is voor het eerst in tachtig jaar dat de auto’s in een speciale collectie buiten Duitsland te zien zijn, nu dus in de grote hal van het Louwman Museum.

De Silver Arrows (Silberpfeile) worden geflankeerd door foto’s en zaken zoals het pitbord waarop de teamchef Neubauer zijn rijders in een soort geheimtaal aanwijzingen gaf. Wat betekent bij voorbeeld het bordje BMW? Niet de afkorting van de autofabrikant uit Beieren, want die ontbrak toen nog in het racecircus. Neubauer, de bemanning in de pits en de rijders waren echter niet de enigen die hier iets uit konden afleiden. Soms wisten anderen het een en ander te interpreteren, want een aantal signalen werd ook gebruikt in het Amerikaanse baseball.

Evert Louwman zei tijdens een diner aan de vooravond van de opening van de tentoonstelling: "De auto’s zijn topstukken en bovendien zijn ze nooit allemaal tegelijk uitgeleend aan een ander museum. Dat maakt deze expositie extra bijzonder. Ronald (Kooyman, red) en ik zijn een aantal keren naar Stuttgart geweest om dit voor elkaar te krijgen. We mochten bovendien geruime tijd in het archief snuffelen. Daar vonden we feiten over de auto’s die zelfs bij Mercedes niet (meer) bekend waren. Dat was fantastisch."

Voor de oorlog waren de legendarische GP-wagens van Mercedes oppermachtig, dankzij technische perfectie en een enorme teamdiscipline. Met aan het stuurwiel coureurs als Rudolf Caracciola, Manfred von Brauchitsch en Hermann Lang, brachten de ‘Silberpfeile’ het publiek in vervoering. Behalve de racewagens met type W25, W125, W165 en W154 staat ook het opengewerkte chassis van de W125 met twaalfcilindermotor in de grote hal van het Louwman Museum, met daarbij de aerodynamische carrosserie. De Silver Arrows worden in het Louwman Museum geflankeerd door foto’s, het pitbord en de vlaggen voor communicatie met de coureurs. Dat systeem gebruikte men voor het eerst in september 1926.

De bijzondere racewagens zijn tot en met 6 januari 2013 te zien.