ADAC-onderzoek: bagageruimte is vaak kleiner dan fabrikant opgeeft

De bagageruimte van nieuwe auto’s is vaak kleiner dan autofabrikanten opgeven. Veel merken ronden het laadvolume royaal naar boven af. Vooral duurdere modellen vallen door de mand. Dit blijkt uit onderzoek van de Duitse autoclub ADAC.

Michael van Wijngaarden Stuur een e-mail

Het grootste verschil tussen de meetgegevens van de ADAC en de opgave van de fabrikant komt voor rekening van de Volkswagen Sharan. Er zit maar liefst 325 liter tussen de fabrieksopgave (955 liter) en de ADAC-meting (630 liter). Bij de Volvo XC90 constateerde de ADAC een verschil van 240 liter. Volvo geeft een laadvolume op van 721 terwijl de ADAC-onderzoekers niet verder kwamen dan 475 liter. In een reactie op het onderzoek laat Volvo Nederland weten dat de officiële prijslijst hier 680 liter vermeldt en dat ADAC ‘een andere meetmethode hanteert dan Volvo’. Het bedrijf houdt zich volgens PR Manager Roger van Polanen Petel met de gebruikte meetmethode aan de geldende Europese ISO-norm. “Ook zijn we in onze prijslijsten volledig transparant over de beschikbare bagageruimte.”

Lagere prijsklassen

Bij modellen in de lagere prijsklassen zijn de verschillen opvallend kleiner. De bagageruimte van een Dacia Duster heeft volgens de ADAC een inhoud van 410 liter, waar de fabrikant 413 liter opgeeft. Sommige voertuigen komen zelfs gunstiger uit de bus, zoals de Toyota Aygo die een grotere bagageruimte heeft dan Toyota zelf vermeldt.

Niet gestandaardiseerd

De grote verschillen worden volgens de ADAC veroorzaakt door het feit dat de meetmethoden van autofabrikanten niet gestandaardiseerd zijn. Zo nemen enkele fabrikanten de ruimte van het reservewiel mee in de volumeberekening. De fabrieksopgaven zijn hierdoor niet goed te vergelijken. In de testmethode van de ADAC werden de verschillende bagageruimtes op dezelfde manier met schuimblokken gevuld. Door dezelfde meetmethode te gebruiken kwamen de verschillen aan het licht.

Indicatie

‘Fabrikanten zijn verplicht een realistische opgave te doen van het laadvolume, en niet te meten tot onder het autodak omdat dan aanvullende veiligheidsmaatregelen als een bagagenet noodzakelijk zijn’, aldus de ADAC. De autoclub raadt consumenten aan het opgegeven laadvolume van hun auto alleen als indicatie te gebruiken en zelf de proef op de som te nemen door, bijvoorbeeld tijdens een proefrit, een kinderwagen in de auto te plaatsen.

ADAC-onderzoek: bagageruimte is vaak kleiner dan fabrikant opgeeft - Automobielmanagement.nl

ADAC-onderzoek: bagageruimte is vaak kleiner dan fabrikant opgeeft

De bagageruimte van nieuwe auto’s is vaak kleiner dan autofabrikanten opgeven. Veel merken ronden het laadvolume royaal naar boven af. Vooral duurdere modellen vallen door de mand. Dit blijkt uit onderzoek van de Duitse autoclub ADAC.

Michael van Wijngaarden Stuur een e-mail

Het grootste verschil tussen de meetgegevens van de ADAC en de opgave van de fabrikant komt voor rekening van de Volkswagen Sharan. Er zit maar liefst 325 liter tussen de fabrieksopgave (955 liter) en de ADAC-meting (630 liter). Bij de Volvo XC90 constateerde de ADAC een verschil van 240 liter. Volvo geeft een laadvolume op van 721 terwijl de ADAC-onderzoekers niet verder kwamen dan 475 liter. In een reactie op het onderzoek laat Volvo Nederland weten dat de officiële prijslijst hier 680 liter vermeldt en dat ADAC ‘een andere meetmethode hanteert dan Volvo’. Het bedrijf houdt zich volgens PR Manager Roger van Polanen Petel met de gebruikte meetmethode aan de geldende Europese ISO-norm. “Ook zijn we in onze prijslijsten volledig transparant over de beschikbare bagageruimte.”

Lagere prijsklassen

Bij modellen in de lagere prijsklassen zijn de verschillen opvallend kleiner. De bagageruimte van een Dacia Duster heeft volgens de ADAC een inhoud van 410 liter, waar de fabrikant 413 liter opgeeft. Sommige voertuigen komen zelfs gunstiger uit de bus, zoals de Toyota Aygo die een grotere bagageruimte heeft dan Toyota zelf vermeldt.

Niet gestandaardiseerd

De grote verschillen worden volgens de ADAC veroorzaakt door het feit dat de meetmethoden van autofabrikanten niet gestandaardiseerd zijn. Zo nemen enkele fabrikanten de ruimte van het reservewiel mee in de volumeberekening. De fabrieksopgaven zijn hierdoor niet goed te vergelijken. In de testmethode van de ADAC werden de verschillende bagageruimtes op dezelfde manier met schuimblokken gevuld. Door dezelfde meetmethode te gebruiken kwamen de verschillen aan het licht.

Indicatie

‘Fabrikanten zijn verplicht een realistische opgave te doen van het laadvolume, en niet te meten tot onder het autodak omdat dan aanvullende veiligheidsmaatregelen als een bagagenet noodzakelijk zijn’, aldus de ADAC. De autoclub raadt consumenten aan het opgegeven laadvolume van hun auto alleen als indicatie te gebruiken en zelf de proef op de som te nemen door, bijvoorbeeld tijdens een proefrit, een kinderwagen in de auto te plaatsen.