Tavares heeft zijn plannen voor de toekomst van PSA, waar hij sinds begin maart de scepter zwaait, maandagochtend ontvouwd. Tavares, die bekend staat om zijn liefde voor race-auto’s, geeft die strategische visie het motto ‘Back in the Race’ mee. Hij wil de onderneming in de eerste plaats financieel in rustiger vaarwater brengen. Dat betekent dat de cijfers op zijn laatst in 2016 weer in evenwicht moeten zijn en dus een netto kasstroom moeten opleveren. Twee jaar later zou de autodivisie, veruit de grootste binnen de onderneming, dan weer een operationele marge van twee procent moeten draaien. In de periode 2019-2023 moet dat vervolgens opgekrikt worden naar vijf procent. Dat zou een drastische verbetering zijn, want de afgelopen twee jaar kwam PSA steeds uit op een operationeel verlies van rond de 2,5 miljard euro.

Om dat alles te bereiken, gaat Tavares de gemengde autostal van zijn onderneming flink door elkaar schudden. In de eerste plaats wil hij het aantal modellen terugbrengen van de huidige 45 naar hooguit 26 in 2020. Daarmee moet voorkomen worden dat er teveel ontwikkelingsprojecten tegelijk lopen, met alle kosten van dien. Daarnaast wordt DS, zoals al eerder aangekondigd, losgeweekt van Citroen en een eigen merk van luxere auto’s. Dat past ook in het uitgangspunt om meer differentiatie aan te brengen in het modellengamma van Peugeot en Citroën. Het laatste merk richt zich daarbij meer op het kleinere segment terwijl Peugeot zelf grotere en duurdere auto’s mag blijven voeren. Tavares mikt erop met deze rationalisatie in de productenportefeuille jaarlijks zeker 300 miljoen euro te besparen.