Analyse: Is Tavares nog altijd de wonderdokter van PSA?

De cijfers die Carlos Tavares vorige week heeft neergezet voor PSA, het moederbedrijf van Peugeot, Citroen en DS, zijn niet erg overtuigend. Het Franse autobedrijf draaide het afgelopen kwartaal een omzet van 11,4 miljard euro, wat vijf procent minder is dan een jaar eerder. Over de eerste negen maanden komt de omzet daarmee een magere 1,3 procent hoger uit op 39,2 miljard. Bovendien doet PSA het op de Europese markt een stuk slechter dan de concurrentie.

Analyse: Is Tavares nog altijd de wonderdokter van PSA?

Is de 58-jarige Tavares, de Portugees die ruim twee jaar geleden na 32 dienstjaren teleurgesteld bij Renault vertrok omdat topman Carlos Ghosn daar voorlopig nog niet van plan is plaats te maken, daarmee nog steeds de wonderdokter die PSA er weer bovenop heeft geholpen? In eerste instantie moet je die vraag positief beantwoorden. Tavares werd, tot veler verrassing, begin 2014 benoemd tot CEO van de aartsvijand van Renault. Hij kreeg de zware taak het aan de rand van de afgrond bungelende autobedrijf, dat destijds miljarden verlies leed, er weer bovenop te helpen. PSA was net van de ondergang gered door de Franse staat en het Chinese autobedrijf Dongfeng die ieder in ruil voor een forse financiële injectie een belang van 14 procent namen. Dat betekende wel dat de familie Peugeot, die sinds de oprichting van het autobedrijf in 1895 altijd de macht in handen had gehad, hun meerderheid op moest geven. Ook zij bezitten nu 14 procent, waarmee PSA dus drie evenwaardige grootaandeelhouders telt.

In die eerste twee jaar van zijn bewind heeft ‘die andere Carlos’ zeker successen geboekt. Hij heeft in ieder geval PSA weer winstgevend gemaakt, met over de eerste helft van dit jaar een winst die ruim twee keer zo hoog was als een jaar eerder. De operationele marge is opgevoerd van een magere 1 procent in 2015 naar 6,8 procent nu, één van de hoogste onder de grotere autobouwers. Dat is onder meer te danken aan forse kostenbesparingen, een weg waarop Tavares voorlopig door wil gaan. Onlangs werd bekend dat PSA in 2017 bij de Franse fabrieken nog eens 2.000 banen wil schrappen, iets wat in een verkiezingsjaar ongetwijfeld slecht valt bij de staat als aandeelhouder.

Maar Tavares is er nog lang niet. Dat zijn bedrijf als één van de weinige grote fabrikanten een omzetdaling moest melden – de andere was Ford – is een veeg teken. Weliswaar schrijft PSA dat voor een deel toe aan negatieve wisselkoersen, waaronder de daling van het Britse pond, maar waarom zag landgenoot Renault de omzet dan wel met liefst 13 procent stijgen? Bovendien zijn Peugeot en Citroën op de belangrijkste markt, Europa, zeker geen winnaars. Over de eerste negen maanden van dit jaar verkocht Peugeot in Europa volgens de ACEA-cijfers 4,3 procent meer auto’s en Citroën slechts 1,2 procent meer, terwijl de Europese markt als geheel met 8 procent groeide. Opmerkelijk is dat PSA zelf spreekt van een daling met 4,3 procent op de Europese markt, waarschijnlijk omdat het Rusland daarin meetelt. Hoe dan ook, PSA doet het daarmee opnieuw – veel – slechter dan Renault want dat kan in de EU op 13 procent groei bogen. Ook Opel en Fiat zien de Europese verkopen sterker toenemen dan de twee concurrenten uit de PSA-stal.

Elders in de wereld gaat het niet veel beter. In China verkocht PSA het afgelopen kwartaal 16,5 procent minder auto’s dan in dezelfde periode vorig jaar. Ter vergelijking: GM’s partner Baojun kwam meer dan 50 procent hoger uit terwijl Volkswagen Groep over de eerste negen maanden van dit jaar een toename van ruim 11 procent van haar Chinese afzet rapporteerde. Vreemd genoeg houdt PSA juist wel stand in Zuid-Amerika waar het bedrijf ondanks de economische crisis in Brazilië toch bijna een kwart meer auto’s wist te verkopen. Over Noord-Amerika hoeven we bij PSA nog niet te praten want daar schitteren de drie merken nog altijd door afwezigheid. Tavares, die zelf leiding heeft gegeven aan de Amerikaanse tak van Nissan, zou wel graag de sprong over de oceaan wagen maar vindt tegelijkertijd dat hij geduld uit moet oefenen: ‘’We willen eerst precies begrijpen wat de Amerikaanse consument wil.”

Het grote probleem voor PSA lijkt te zijn dat het niet snel genoeg met nieuwe modellen op de markt komt, tegenwoordig meer dan ooit een levensvereiste voor een autobouwer. In het kwartaalbericht spreekt PSA veelzeggend over ‘de vooravond van de lancering van belangrijke producten in het 4e kwartaal’. Tavares probeert daarbij wel in de publiciteit te blijven met allerlei andersoortige aankondigingen, vooral rond het concept van de mobiliteit. Zo werkt zijn bedrijf nu samen met Aramisauto dat zich bezig houdt met de online verkoop van occasions en met Communauto en Bolloré bij het uitbouwen van autodelen. Daarnaast stapt PSA met een eigen dochterbedrijf Distrigo ook steeds meer in de handel in onderdelen. Maar de Franse onderneming heeft bij de auto-activiteiten zelf duidelijk een nieuwe impuls nodig. Tavares mag hopen dat de pijplijn aan nieuwe modellen voldoende is en niet te laat komt. (Ruud Peijs)

Reacties

Met een incompleet gamma moet je nou eenmaal je verlies nemen. Geen oplopend gamma voor de bestaande klanten laat ze weglopen.

Geplaatst door: Cor Hoogveld op
Analyse: Is Tavares nog altijd de wonderdokter van PSA? - Automobielmanagement.nl

Analyse: Is Tavares nog altijd de wonderdokter van PSA?

De cijfers die Carlos Tavares vorige week heeft neergezet voor PSA, het moederbedrijf van Peugeot, Citroen en DS, zijn niet erg overtuigend. Het Franse autobedrijf draaide het afgelopen kwartaal een omzet van 11,4 miljard euro, wat vijf procent minder is dan een jaar eerder. Over de eerste negen maanden komt de omzet daarmee een magere 1,3 procent hoger uit op 39,2 miljard. Bovendien doet PSA het op de Europese markt een stuk slechter dan de concurrentie.

Analyse: Is Tavares nog altijd de wonderdokter van PSA?

Is de 58-jarige Tavares, de Portugees die ruim twee jaar geleden na 32 dienstjaren teleurgesteld bij Renault vertrok omdat topman Carlos Ghosn daar voorlopig nog niet van plan is plaats te maken, daarmee nog steeds de wonderdokter die PSA er weer bovenop heeft geholpen? In eerste instantie moet je die vraag positief beantwoorden. Tavares werd, tot veler verrassing, begin 2014 benoemd tot CEO van de aartsvijand van Renault. Hij kreeg de zware taak het aan de rand van de afgrond bungelende autobedrijf, dat destijds miljarden verlies leed, er weer bovenop te helpen. PSA was net van de ondergang gered door de Franse staat en het Chinese autobedrijf Dongfeng die ieder in ruil voor een forse financiële injectie een belang van 14 procent namen. Dat betekende wel dat de familie Peugeot, die sinds de oprichting van het autobedrijf in 1895 altijd de macht in handen had gehad, hun meerderheid op moest geven. Ook zij bezitten nu 14 procent, waarmee PSA dus drie evenwaardige grootaandeelhouders telt.

In die eerste twee jaar van zijn bewind heeft ‘die andere Carlos’ zeker successen geboekt. Hij heeft in ieder geval PSA weer winstgevend gemaakt, met over de eerste helft van dit jaar een winst die ruim twee keer zo hoog was als een jaar eerder. De operationele marge is opgevoerd van een magere 1 procent in 2015 naar 6,8 procent nu, één van de hoogste onder de grotere autobouwers. Dat is onder meer te danken aan forse kostenbesparingen, een weg waarop Tavares voorlopig door wil gaan. Onlangs werd bekend dat PSA in 2017 bij de Franse fabrieken nog eens 2.000 banen wil schrappen, iets wat in een verkiezingsjaar ongetwijfeld slecht valt bij de staat als aandeelhouder.

Maar Tavares is er nog lang niet. Dat zijn bedrijf als één van de weinige grote fabrikanten een omzetdaling moest melden – de andere was Ford – is een veeg teken. Weliswaar schrijft PSA dat voor een deel toe aan negatieve wisselkoersen, waaronder de daling van het Britse pond, maar waarom zag landgenoot Renault de omzet dan wel met liefst 13 procent stijgen? Bovendien zijn Peugeot en Citroën op de belangrijkste markt, Europa, zeker geen winnaars. Over de eerste negen maanden van dit jaar verkocht Peugeot in Europa volgens de ACEA-cijfers 4,3 procent meer auto’s en Citroën slechts 1,2 procent meer, terwijl de Europese markt als geheel met 8 procent groeide. Opmerkelijk is dat PSA zelf spreekt van een daling met 4,3 procent op de Europese markt, waarschijnlijk omdat het Rusland daarin meetelt. Hoe dan ook, PSA doet het daarmee opnieuw – veel – slechter dan Renault want dat kan in de EU op 13 procent groei bogen. Ook Opel en Fiat zien de Europese verkopen sterker toenemen dan de twee concurrenten uit de PSA-stal.

Elders in de wereld gaat het niet veel beter. In China verkocht PSA het afgelopen kwartaal 16,5 procent minder auto’s dan in dezelfde periode vorig jaar. Ter vergelijking: GM’s partner Baojun kwam meer dan 50 procent hoger uit terwijl Volkswagen Groep over de eerste negen maanden van dit jaar een toename van ruim 11 procent van haar Chinese afzet rapporteerde. Vreemd genoeg houdt PSA juist wel stand in Zuid-Amerika waar het bedrijf ondanks de economische crisis in Brazilië toch bijna een kwart meer auto’s wist te verkopen. Over Noord-Amerika hoeven we bij PSA nog niet te praten want daar schitteren de drie merken nog altijd door afwezigheid. Tavares, die zelf leiding heeft gegeven aan de Amerikaanse tak van Nissan, zou wel graag de sprong over de oceaan wagen maar vindt tegelijkertijd dat hij geduld uit moet oefenen: ‘’We willen eerst precies begrijpen wat de Amerikaanse consument wil.”

Het grote probleem voor PSA lijkt te zijn dat het niet snel genoeg met nieuwe modellen op de markt komt, tegenwoordig meer dan ooit een levensvereiste voor een autobouwer. In het kwartaalbericht spreekt PSA veelzeggend over ‘de vooravond van de lancering van belangrijke producten in het 4e kwartaal’. Tavares probeert daarbij wel in de publiciteit te blijven met allerlei andersoortige aankondigingen, vooral rond het concept van de mobiliteit. Zo werkt zijn bedrijf nu samen met Aramisauto dat zich bezig houdt met de online verkoop van occasions en met Communauto en Bolloré bij het uitbouwen van autodelen. Daarnaast stapt PSA met een eigen dochterbedrijf Distrigo ook steeds meer in de handel in onderdelen. Maar de Franse onderneming heeft bij de auto-activiteiten zelf duidelijk een nieuwe impuls nodig. Tavares mag hopen dat de pijplijn aan nieuwe modellen voldoende is en niet te laat komt. (Ruud Peijs)

Reacties

Met een incompleet gamma moet je nou eenmaal je verlies nemen. Geen oplopend gamma voor de bestaande klanten laat ze weglopen.

Geplaatst door: Cor Hoogveld op