Dat laatste is om te beginnen opmerkelijk. CEO Sergio Marchionne is in het verleden altijd een man geweest die maar al te graag met collega’s wilde praten over samengaan. Een goed jaar geleden hengelde hij openlijk naar een babbel met de toenmalige baas van Volkswagen Martin Winterkorn om over samenwerking of zelfs een overname te praten. Ook in de richting van collega Mary Barra van General Motors heeft Marchionne menig visje uitgeworpen. Maar nu een belager zelf interesse toont voor zijn bedrijf, geeft de Italiaanse Canadees kennelijk niet thuis.
Marchionne heeft haast
Dat is te meer vreemd omdat Marchionne al jaren een hartstochtelijk pleitbezorger is van schaalvergroting in de internationale autowereld. Hij zette zelf in 2009 met het toenmalige Fiat een flinke stap door de overname van het Amerikaanse Chrysler maar daarmee is FCA, zoals dat bedrijf sindsdien heet, nog altijd maar de zevende autoproducent ter wereld. Zo verscheepte FCA in de eerste helft van dit jaar 2,37 miljoen auto’s terwijl koploper Renault/Nissan uitkwam op bijna 5,3 miljoen en Volkswagen Groep en Toyota beide rond de 5,2 miljoen schommelen. Die grootste drie in de internationale autowereld zijn dus bijna dubbel zo groot als Marchionne’s huidige onderneming. Daarbij komt dat de 65-jarige FCA-baas ook nog haast heeft. Hij heeft immers aangekondigd volgend jaar met pensioen te gaan en wil FSA voor die tijd zeker toekomstbestendig hebben gemaakt.
Win-win
Een overname door Chinese collega’s hoeft tegenwoordig ook niet meer af te schrikken. Kijk naar het voorbeeld van Volvo dat sinds de overname in 2010 door het Chinese Geely prachtig is opgefleurd. Een ander voorbeeld is de win-win sutuatie voor PSA, het moederbedrijf van Peugeot en Citroen, dat in 2014 mede dankzij een financiële injectie van 800 miljoen euro van het Chinese Dongfeng overeind is gebleven. Dongfeng is sindsdien ook een grote aandeelhouders in de Franse autobouwer, iets wat tot nu toe – althans in het openbaar – niet tot problemen heeft geleid. PSA laat Dongfeng tegenwoordig ook zelfs auto’s bouwen die het vervolgens als Peugeots verkoopt.
De kandidaat voor FCA, Great Wall Motors, is met een omzet van nog geen negen miljard euro en 850 miljoen winst echter wel één van de kleinere spelers op het Chinese autotoneel. In 2014, het jaar waar die cijfers uit stammen, verkocht de fabrikant niet meer dan 733.000 auto’s. Wel is GWA met haar eigen merk Haval inmiddels de grootste leverancier van SUV’s in China en heeft het de ambitie om dat ook op wereldschaal te worden. "Een overname van Jeep past zou dan ook uitstekend in die strategie passen," heeft een woordvoerder gezegd. Als Marchionne liever de hele groep wil verkopen – vermoedelijk zonder Alfa Romeo en Maserati – dan is GWA ook in de markt.
Invloed Europese commissie
Tegelijk blijft het wel zo dat een overname van een Italiaans/Amerikaanse autofabrikant door Great Wall Motors of een andere Chinese onderneming zeker niet zonder problemen zal gaan. In China zelf lijkt de aankoop van een automerk dat groot is met benzine- en dieselmotoren niet erg te passen in het nadrukkelijke beleid van de nationale overheid om voorloper te worden op het gebied van elektrische auto’s en andere schone varianten. Dichter bij huis heeft de Europese Commissie al herhaalde malen geroepen dat ze Europese bedrijven beter wil beschermen tegen overname door Chinese collega’s omdat dat andersom ook ontzettend moeilijk is. Dat geldt nog sterker voor de Verenigde Staten waar president Donald Trump al sinds zijn verkiezing roept dat ‘America First’ moet komen en dat Amerikaanse fabrieken in Amerikaanse handen horen te zijn. Deskundigen hebben berekend dat door al die weerstand en kritiek alleen al vorig jaar voor 75 miljard dollar aan Chinese investeringen in het westen niet door is gegaan. Daar zou een gewenste acquisitie van Jeep of FCA door Great Wall Motors best eens bij kunnen komen. (RP)
