Analyse: Seat uit gevarenzone

Volkswagen heeft grote plannen voor Seat. In de periode tot 2019 gaat de Duitse autofabrikant liefst 3,3 miljard euro investeren in de fabriek in Martorell bij Barcelona. Het is de omvangrijkste investering die Seat ooit heeft ontvangen. Volkswagen zal daarnaast 900 miljoen euro investeren in haar eigen fabriek in Pamplona. Daar rolt de Polo van de band.

Seat was jarenlang het zorgenkindje van de Volkswagen Groep. Maar in de afgelopen 3 jaar is daar verandering in gekomen. Winst maken doet Seat nog steeds niet, maar toch betekende de in 2012 geïntroduceerde Leon een ommekeer: eindelijk een begerenswaardig model dat perspectief biedt op een positief rendement. Voor de Ibiza is de concurrentie te sterk, de modellen Mii, Toledo en Alhambra worden niet in eigen beheer gebouwd en zowel de Altea als de Exeo kunnen ronduit als missers worden bestempeld.

De lancering van 4 nieuwe modellen in de komende 2 jaar moet het Catalaanse productiecentrum in Martorell definitief uit de rode cijfers halen. Op dit moment rollen in de Seat fabriek de Ibiza, Leon en Altea van de band in 10 verschillende varianten. Ook de Audi Q3 ziet in Martorell het levenslicht. De fabriek werd in 1993 in gebruik genomen en biedt werk aan 12.000 mensen. Naast deze productiefaciliteit heeft Seat een componentenfabriek in de Zona Franca van Barcelona. Daar werkt 1.000 man. Om de onderdelenfabriek in El Prat de Llobregat werken nog eens 1.100 mensen aan de productie van versnellingsbakken voor alle auto’s die de Volkswagen Groep in Spanje maakt.

Bij de viering van de 40ste verjaardag van het technisch centrum van Seat vorige week woensdag kondigde bestuursvoorzitter Jurgen Stackmann voor de nabije toekomst een "ongekende batterij vernieuwingen" aan. Dat klinkt indrukwekkend, maar met het eerste model uit dit offensief hebben we in conceptvorm reeds kennis kunnen maken: dat is niets meer en minder dan een opgehoogde Leon SC met terrein-look aankleding, extra krachtige motor en vierwielaandrijving. Leuk voor de show, maar vanwege het ontbreken van achterportieren überhaupt geen volwaardige cross-over.

Gelukkig zitten er ook volwaardige SUV-modellen in de pijplijn. Het eerste ontwerp zal in maart op de autosalon van Genève worden getoond en arriveert in de zomer van 2016 in de showrooms. Later volgen een kleiner en groter model SUV. Seat zal daarnaast investeren in een nieuwe Ibiza. Die moet medio 2017 op de markt verschijnen. Vanzelfsprekend komt er ook weer een opvolger voor de Leon.

Op korte termijn wordt het technisch centrum in Martorell versterkt met 100 nieuwe ingenieurs. Daarmee komt het personeelsbestand van de afdeling Ontwerp & Innovatie van Seat op 1.000 medewerkers. Maar wat de kapitaalinjectie voor de werkgelegenheid bij de assemblage betekent, is nog onzeker. Dat komt vooral doordat nog niet bekend is waar alle nieuwe Seat modellen gebouwd gaan worden. De in de vorige alinea genoemde SUV zal in ieder geval niet in Spanje het levenslicht zien. Die zal door zustermerk Skoda gebouwd gaan worden. Op dezelfde basis creëren de Tsjechen voor zichzelf ook een SUV. Volkswagen probeert de productiekosten te drukken door aan zijn fabrieken soortgelijke modellen van verschillende merken toe te wijzen.

Intussen hopen werknemers, vakbonden en politieke leiders dat de productie van de volgende generatie Audi A1 aan de fabriek in Martorell wordt toegewezen. Daar zal immers ook de technisch identieke volgende generatie Ibiza van de band rollen. Seat kan zich zo specialiseren in de productie van B-segment modellen. En dat biedt perspectief op de fabricage in eigen beheer van een kleiner model SUV. Die kan immers op dezelfde productielijn van de band rollen. Stackmann stelt dat Spanje daarmee een ‘sleutelpositie’ inneemt in de strategie van Volkswagen.

Toralt Deinum, Autointernationaal

Analyse: Seat uit gevarenzone - Automobielmanagement.nl

Analyse: Seat uit gevarenzone

Volkswagen heeft grote plannen voor Seat. In de periode tot 2019 gaat de Duitse autofabrikant liefst 3,3 miljard euro investeren in de fabriek in Martorell bij Barcelona. Het is de omvangrijkste investering die Seat ooit heeft ontvangen. Volkswagen zal daarnaast 900 miljoen euro investeren in haar eigen fabriek in Pamplona. Daar rolt de Polo van de band.

Seat was jarenlang het zorgenkindje van de Volkswagen Groep. Maar in de afgelopen 3 jaar is daar verandering in gekomen. Winst maken doet Seat nog steeds niet, maar toch betekende de in 2012 geïntroduceerde Leon een ommekeer: eindelijk een begerenswaardig model dat perspectief biedt op een positief rendement. Voor de Ibiza is de concurrentie te sterk, de modellen Mii, Toledo en Alhambra worden niet in eigen beheer gebouwd en zowel de Altea als de Exeo kunnen ronduit als missers worden bestempeld.

De lancering van 4 nieuwe modellen in de komende 2 jaar moet het Catalaanse productiecentrum in Martorell definitief uit de rode cijfers halen. Op dit moment rollen in de Seat fabriek de Ibiza, Leon en Altea van de band in 10 verschillende varianten. Ook de Audi Q3 ziet in Martorell het levenslicht. De fabriek werd in 1993 in gebruik genomen en biedt werk aan 12.000 mensen. Naast deze productiefaciliteit heeft Seat een componentenfabriek in de Zona Franca van Barcelona. Daar werkt 1.000 man. Om de onderdelenfabriek in El Prat de Llobregat werken nog eens 1.100 mensen aan de productie van versnellingsbakken voor alle auto’s die de Volkswagen Groep in Spanje maakt.

Bij de viering van de 40ste verjaardag van het technisch centrum van Seat vorige week woensdag kondigde bestuursvoorzitter Jurgen Stackmann voor de nabije toekomst een "ongekende batterij vernieuwingen" aan. Dat klinkt indrukwekkend, maar met het eerste model uit dit offensief hebben we in conceptvorm reeds kennis kunnen maken: dat is niets meer en minder dan een opgehoogde Leon SC met terrein-look aankleding, extra krachtige motor en vierwielaandrijving. Leuk voor de show, maar vanwege het ontbreken van achterportieren überhaupt geen volwaardige cross-over.

Gelukkig zitten er ook volwaardige SUV-modellen in de pijplijn. Het eerste ontwerp zal in maart op de autosalon van Genève worden getoond en arriveert in de zomer van 2016 in de showrooms. Later volgen een kleiner en groter model SUV. Seat zal daarnaast investeren in een nieuwe Ibiza. Die moet medio 2017 op de markt verschijnen. Vanzelfsprekend komt er ook weer een opvolger voor de Leon.

Op korte termijn wordt het technisch centrum in Martorell versterkt met 100 nieuwe ingenieurs. Daarmee komt het personeelsbestand van de afdeling Ontwerp & Innovatie van Seat op 1.000 medewerkers. Maar wat de kapitaalinjectie voor de werkgelegenheid bij de assemblage betekent, is nog onzeker. Dat komt vooral doordat nog niet bekend is waar alle nieuwe Seat modellen gebouwd gaan worden. De in de vorige alinea genoemde SUV zal in ieder geval niet in Spanje het levenslicht zien. Die zal door zustermerk Skoda gebouwd gaan worden. Op dezelfde basis creëren de Tsjechen voor zichzelf ook een SUV. Volkswagen probeert de productiekosten te drukken door aan zijn fabrieken soortgelijke modellen van verschillende merken toe te wijzen.

Intussen hopen werknemers, vakbonden en politieke leiders dat de productie van de volgende generatie Audi A1 aan de fabriek in Martorell wordt toegewezen. Daar zal immers ook de technisch identieke volgende generatie Ibiza van de band rollen. Seat kan zich zo specialiseren in de productie van B-segment modellen. En dat biedt perspectief op de fabricage in eigen beheer van een kleiner model SUV. Die kan immers op dezelfde productielijn van de band rollen. Stackmann stelt dat Spanje daarmee een ‘sleutelpositie’ inneemt in de strategie van Volkswagen.

Toralt Deinum, Autointernationaal