De autodivisie van de ‘oude merken’ leverde een bijdrage van ruim 43 miljard aan de omzet, een toename met 5,6 procent die vooral te danken was aan een gunstiger productmix maar ook het hogere volume. Opel/Vauxhall deed het ook aanzienlijk beter in dit eerste volle jaar onder PSA want daar kwam de omzet uit op ruim 18,3 miljard vergeleken met 7,2 miljard in de laatste vijf maanden van 2017. Bovendien leverde Opel/Vauxhall een operationele winst op van 859 miljoen terwijl in 2017 vanaf de overname van GM nog 179 miljoen verlies werd geleden. Al met al komt PSA als geheel op een operationele marge uit van 7,7 procent, dat is 1,3 procent hoger dan in het voorafgaande jaar. De Franse groep meldt verder dat er eind december bij Peugeot, Citroën en DS 485.000 auto’s in voorraad waren, dat is 40.000 meer dan een jaar eerder, terwijl de voorraden bij Opel/Vauxhall juist 32.000 stuks lager waren op 195.000 voertuigen.

CEO Carlos Tavares (foto) heeft dan ook alle reden tevreden te zijn: “Peugeot Citroën DS heeft voor het vijfde achtereenvolgende jaar belangrijke vooruitgang geboekt en we sluiten de eerste fase van ons ‘Push to Pass’ strategische plan met uitstekende resultaten af. Opel/Vauxhall heeft het fundament gelegd voor een duurzame toekomst met het ‘PACE! Plan’ en staat te popelen om verder potentieel te ontladen. We gaan nu met vertrouwen de tweede fase van ‘Push to Pass’ in tegen de achtergrond van steeds sterkere tegenwind.”

PSA deelde verder mee dat het nog minder afhankelijk wil worden van de Europese markt. In 2021 zou meer dan de helft van de verkopen van elders in de wereld moeten komen. In dat kader zal Peugeot weer terugkeren naar Noord-Amerika, maakt Opel zijn entree in Rusland en gaat Citroën zijn geluk proberen in India. Bovendien denkt de groep de komende drie jaar in totaal 116 nieuwe modellen te lanceren, inclusief enkele volledig nieuwe concepten.