AM-weekendcolumn: De Europese toekomst van Daihatsu

Eigenlijk vreemd: de consument wil zuiniger en schoner gaan rijden maar het merk dat zichzelf de groenste autofabrikant noemt, weet daarvan niet te profiteren. In tegendeel: de verkopen van Daihatsu storten ineen.

Door: Toralt Deinum

In Nederland maar ook in andere Europese landen. Zoals bij onze oosterburen, waar het slooppremiefeest voorbij is. De verkoopterugval is zo groot, dat je kan twijfelen aan het bestaansrecht van Daihatsu in Europa. En naarmate je er meer over nadenkt, des te kleiner de overlevingskansen zijn.

Grootste boosdoener is de Japanse munteenheid yen. Door de hoge koers zijn Japanse auto’s duur geworden, ook in Europa, waar de waarde van de euro juist door de boekhoudproblemen van de Grieken onder druk staat. Diverse Japanse merken hebben tijdig de bakens verzet door binnen Europa auto’s te gaan bouwen of door voor een lagelonenland als India te kiezen. Daihatsu kon dit voorbeeld niet volgen. De Europese afzet is te gering om een eigen lokale fabriek rond te kunnen rekenen en tegelijkertijd was men wat rozig geworden van het succes op de thuismarkt, waar Daihatsu zijn concurrent Suzuki van de troon stootte als populairste aanbieder van miniauto’s.

Dat is een positie waar men in Europa niks aan heeft, zeker niet nu steeds meer autofabrikanten actief worden in het A-segment, traditioneel het domein van Daihatsu. Suzuki revancheerde zich met de terugkeer van de Alto en verschafte met dit model collega Nissan ook een toegangspas tot de klasse van de boodschappenauto’s. Daarnaast lijkt de nieuwe Chevrolet Spark net zo’n serieus alternatief voor de gevestigde orde te kunnen gaan worden als bijvoorbeeld de Hyundai i10.

Dreigt Daihatsu nu te marginaliseren? Bij ongewijzigd beleid wel. De dochter van Toyota kan eenvoudigweg niet op tegen de slagkracht van de veel grotere volumemerken. Dat heeft indertijd ook Daf de das om gedaan: decennialang was dit merk met zijn variomatic-transmissie uniek en daarmee het kostje gekocht, maar toen je ook een Ford Escort met automaat kon gaan bestellen, bleek het repertoire van Daf ineens verouderd en te hoog geprijsd. Daihatsu bevindt zich nu in globaal dezelfde situatie.

Daihatsu heeft in mijn ogen in Europa alleen toekomst als het zich transformeert tot aanbieder van compacte premiummodellen. Een soort Japanse Mini met zeer uitgesproken auto’s. Niet zozeer qua design, maar qua uitrusting. Laat het realiseren van de grote verkoopaantallen maar aan moeder Toyota met haar Aygo en Yaris over. Als Daihatsu zich specialiseert in modellen waarvoor Lexus zijn neus ophaalt, maar wel dezelfde service en kwaliteit biedt, dan heeft het merk weer toegevoegde waarde.

 

Reageren op deze column? Klik onderstaand op de knop "Voeg reactie toe" 

 

 

Reacties

Ik vraag mij af of het echt alleen aan de Yen ligt dat daihatsu zo dramatisch verkoopt want het prijsverschil met Duitsland is echt groot te noemen Daar kan je een Daihatsu Cuore voor 11.450 euro kopen (de Top ) De gelijk uitgevoerde Class kost hier 12.699 Een verschil van 1.219 euro ! En koop je de Top S met VSC in Duitsland (12780 euro) dan is het verschil zelfs 4543 euro met de Nederlandse \” Complete \” (17.195) terwijl de \”uitrusting \” gelijk is Ik vind dat het niet alleen een probleem is van de Yen maar zeker ook van de Nederlandse Importeur!. Dit beleid gaat ten koste van de klant !

Geplaatst door: Tim Huinink op
AM-weekendcolumn: De Europese toekomst van Daihatsu - Automobielmanagement.nl

AM-weekendcolumn: De Europese toekomst van Daihatsu

Eigenlijk vreemd: de consument wil zuiniger en schoner gaan rijden maar het merk dat zichzelf de groenste autofabrikant noemt, weet daarvan niet te profiteren. In tegendeel: de verkopen van Daihatsu storten ineen.

Door: Toralt Deinum

In Nederland maar ook in andere Europese landen. Zoals bij onze oosterburen, waar het slooppremiefeest voorbij is. De verkoopterugval is zo groot, dat je kan twijfelen aan het bestaansrecht van Daihatsu in Europa. En naarmate je er meer over nadenkt, des te kleiner de overlevingskansen zijn.

Grootste boosdoener is de Japanse munteenheid yen. Door de hoge koers zijn Japanse auto’s duur geworden, ook in Europa, waar de waarde van de euro juist door de boekhoudproblemen van de Grieken onder druk staat. Diverse Japanse merken hebben tijdig de bakens verzet door binnen Europa auto’s te gaan bouwen of door voor een lagelonenland als India te kiezen. Daihatsu kon dit voorbeeld niet volgen. De Europese afzet is te gering om een eigen lokale fabriek rond te kunnen rekenen en tegelijkertijd was men wat rozig geworden van het succes op de thuismarkt, waar Daihatsu zijn concurrent Suzuki van de troon stootte als populairste aanbieder van miniauto’s.

Dat is een positie waar men in Europa niks aan heeft, zeker niet nu steeds meer autofabrikanten actief worden in het A-segment, traditioneel het domein van Daihatsu. Suzuki revancheerde zich met de terugkeer van de Alto en verschafte met dit model collega Nissan ook een toegangspas tot de klasse van de boodschappenauto’s. Daarnaast lijkt de nieuwe Chevrolet Spark net zo’n serieus alternatief voor de gevestigde orde te kunnen gaan worden als bijvoorbeeld de Hyundai i10.

Dreigt Daihatsu nu te marginaliseren? Bij ongewijzigd beleid wel. De dochter van Toyota kan eenvoudigweg niet op tegen de slagkracht van de veel grotere volumemerken. Dat heeft indertijd ook Daf de das om gedaan: decennialang was dit merk met zijn variomatic-transmissie uniek en daarmee het kostje gekocht, maar toen je ook een Ford Escort met automaat kon gaan bestellen, bleek het repertoire van Daf ineens verouderd en te hoog geprijsd. Daihatsu bevindt zich nu in globaal dezelfde situatie.

Daihatsu heeft in mijn ogen in Europa alleen toekomst als het zich transformeert tot aanbieder van compacte premiummodellen. Een soort Japanse Mini met zeer uitgesproken auto’s. Niet zozeer qua design, maar qua uitrusting. Laat het realiseren van de grote verkoopaantallen maar aan moeder Toyota met haar Aygo en Yaris over. Als Daihatsu zich specialiseert in modellen waarvoor Lexus zijn neus ophaalt, maar wel dezelfde service en kwaliteit biedt, dan heeft het merk weer toegevoegde waarde.

 

Reageren op deze column? Klik onderstaand op de knop "Voeg reactie toe" 

 

 

Reacties

Ik vraag mij af of het echt alleen aan de Yen ligt dat daihatsu zo dramatisch verkoopt want het prijsverschil met Duitsland is echt groot te noemen Daar kan je een Daihatsu Cuore voor 11.450 euro kopen (de Top ) De gelijk uitgevoerde Class kost hier 12.699 Een verschil van 1.219 euro ! En koop je de Top S met VSC in Duitsland (12780 euro) dan is het verschil zelfs 4543 euro met de Nederlandse \” Complete \” (17.195) terwijl de \”uitrusting \” gelijk is Ik vind dat het niet alleen een probleem is van de Yen maar zeker ook van de Nederlandse Importeur!. Dit beleid gaat ten koste van de klant !

Geplaatst door: Tim Huinink op