De erfgenamen van Pablo Picasso hebben bij het Europese Hof van Justitie bezwaar aangetekend tegen het 'misbruik' van de naam van hun beroemde (groot)vader door de Amerikaans-Duitse gigant. Volgens hen lijkt Picaro teveel op Picasso en heeft DaimlerChrysler geen toestemming gevraagd voor het gebruik ervan. Citroën heeft die toestemming wel en betaalt daar dan ook een fors bedrag aan rechten voor aan de Picasso Administration in Parijs. Maar dat een auto, naast juwelen, cosmetica en een reeks andere producten, aan de haal gaat met Piscasso is voor de Spaanse advocaat bij het Hof Ruiz-Jarab Colomer te veel van het goede. ''Het is droevig dat de grootste mytische figuur van de 20e eeuw is gereduceerd tot een gewoon stukje handel.” De deal met Citroën heeft niet voor niets de nodige kritiek opgeroepen, vooral van de directeur van het Picasso Museum in Parijs. Hij vreest dat van de naam van de beroemde schilder in het derde millennium niet veel meer is overgebleven dan een automerk. “Als je tegenwoordig op straat vraagt wat Picasso is, dan vrees ik dat meer mensen zeggen een auto in plaats van een schilder.''