Topman Alan Mulally redde Ford met pijnlijke ingrepen

Vroeger werd altijd gezegd: wat goed is voor GM is ook goed voor Amerika. Nu is Ford wellicht een beter voorbeeld.

Dat beweert analist Antony Currie van Reuters Breakingviews in NRC Handelsblad. Ford ging vier jaar geleden, net als Chrysler en General Motors, gebukt onder een verlammende schuldenlast, omvangrijke verplichtingen jegens de werknemers en een middelmatig productenpakket. Toen trok Ford topman Alan Mulally aan en die maakte het verschil. Hij en zijn team hebben Ford, in tegenstelling tot de twee binnenlandse concurrenten, buiten een faillissementsprocedure weten te houden en van Ford weer een populair merk gemaakt met een betere winst in de VS dan tien jaar geleden.

 

Mulally heeft een paar noodlijdende merken opgedoekt of verkocht, zoals Jaguar Land Rover, Volvo en recentelijk Mercury. En hij heeft eenheden op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en productie naar het buitenland verplaatst, waardoor veel op kosten kon worden bespaard. Het waren moeilijke beslissingen, die verre van pijnloos waren want duizenden werknemers zijn hun baan kwijtgeraakt terwijl degenen die mochten blijven hun salaris- en voorzieningenpakket teruggebracht zagen. Het is geen geringe prestatie dat hij genoeg van de nu 178 duizend werknemers van Ford ervan heeft weten te overtuigen de oude gewoonten los te laten en het plan van de nieuwe leider te volgen.

 

Er was ook wat geluk in het spel. Het Amerikaanse werknemersbestand van Ford was bijvoorbeeld jonger dan dat van GM. En Mulally heeft precies op het goede moment, eind 2006, 23 miljard dollar aan nieuw kapitaal binnengehaald. Die buffer heeft Ford geholpen het hoofd te bieden aan de financiële crisis, zonder een beroep te doen op de Amerikaanse overheid. Het vermijden van een faillissementsprocedure was goed voor de reputatie van Ford, die toch al verbeterde door de kwaliteit van de auto’s.

 

Nu is het concern aan het snijden in de schuldenlast. Vorig kwartaal ging die met zeven miljard dollar omlaag. De winstgevendheid van Ford lijkt nu duurzaam, met zijn operationele winstmarge vóór belastingen van 11,2 procent. Dat is niet alleen een stijging van 26 procent ten opzichte van de eerste drie maanden van dit jaar, het is ook beter dan wat Ford in 2000 presteerde op het hoogtepunt van de bloei van de terreinwagensector. Toen werden er bijna twee  maal zoveel auto’s werden verkocht.

 

 

 

 

 

Topman Alan Mulally redde Ford met pijnlijke ingrepen - Automobielmanagement.nl

Topman Alan Mulally redde Ford met pijnlijke ingrepen

Vroeger werd altijd gezegd: wat goed is voor GM is ook goed voor Amerika. Nu is Ford wellicht een beter voorbeeld.

Dat beweert analist Antony Currie van Reuters Breakingviews in NRC Handelsblad. Ford ging vier jaar geleden, net als Chrysler en General Motors, gebukt onder een verlammende schuldenlast, omvangrijke verplichtingen jegens de werknemers en een middelmatig productenpakket. Toen trok Ford topman Alan Mulally aan en die maakte het verschil. Hij en zijn team hebben Ford, in tegenstelling tot de twee binnenlandse concurrenten, buiten een faillissementsprocedure weten te houden en van Ford weer een populair merk gemaakt met een betere winst in de VS dan tien jaar geleden.

 

Mulally heeft een paar noodlijdende merken opgedoekt of verkocht, zoals Jaguar Land Rover, Volvo en recentelijk Mercury. En hij heeft eenheden op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en productie naar het buitenland verplaatst, waardoor veel op kosten kon worden bespaard. Het waren moeilijke beslissingen, die verre van pijnloos waren want duizenden werknemers zijn hun baan kwijtgeraakt terwijl degenen die mochten blijven hun salaris- en voorzieningenpakket teruggebracht zagen. Het is geen geringe prestatie dat hij genoeg van de nu 178 duizend werknemers van Ford ervan heeft weten te overtuigen de oude gewoonten los te laten en het plan van de nieuwe leider te volgen.

 

Er was ook wat geluk in het spel. Het Amerikaanse werknemersbestand van Ford was bijvoorbeeld jonger dan dat van GM. En Mulally heeft precies op het goede moment, eind 2006, 23 miljard dollar aan nieuw kapitaal binnengehaald. Die buffer heeft Ford geholpen het hoofd te bieden aan de financiële crisis, zonder een beroep te doen op de Amerikaanse overheid. Het vermijden van een faillissementsprocedure was goed voor de reputatie van Ford, die toch al verbeterde door de kwaliteit van de auto’s.

 

Nu is het concern aan het snijden in de schuldenlast. Vorig kwartaal ging die met zeven miljard dollar omlaag. De winstgevendheid van Ford lijkt nu duurzaam, met zijn operationele winstmarge vóór belastingen van 11,2 procent. Dat is niet alleen een stijging van 26 procent ten opzichte van de eerste drie maanden van dit jaar, het is ook beter dan wat Ford in 2000 presteerde op het hoogtepunt van de bloei van de terreinwagensector. Toen werden er bijna twee  maal zoveel auto’s werden verkocht.