De Amerikaanse regering vroeg afgelopen voorjaar een aantal banken hun voorstellen voor de beursgang uiteen te zetten. Daarbij was Goldman Sachs (dat ook veel zaken voor Ford doet) bereid een fee van maar 0,75 procent van het bedrag van de beursintroductie te factureren. Qua rendement zou de bank daarmee niet in zijn eigen vingers snijden want Goldman wist, vanwege zijn nauwe connecties met Ford, maar al te goed dat het toch geen prominente rol in de operatie zou krijgen.

Bij dergelijke grootschalige operaties vragen banken normaal gesproken een commissie van drie procent maar om GM als klant binnen te kunnen halen, waren ze bereid om tot twee procent te zakken. En daarnaast stemden zij ermee in de inkomsten van de operatie te gebruiken om auto’s van GM te kopen, of de aankoop ervan bij hun personeel aan te moedigen. Maar de Amerikaanse regering speelde handig in op de concurrentie tussen de banken en forceerde de andere instellingen – JPMorgan, Morgan Stanley, Bank of America, Citigroup en Credit Suisse – hun prijsvoorstel te verlagen richting het percentage van Goldman Sachs. Officieel reageren de instellingen niet maar naar verluidt zijn ze woedend.

Desalniettemin zullen ze naar verwachting toch nog wel zo’n 120 miljoen dollar (94 miljoen dollar) opstrijken want GM zou op de beurs 12 tot 16 miljard dollar willen ophalen. Daarmee wordt het de op één na grootste beursintroductie in de geschiedenis van de VS. (autointernationaal.nl)