Opel verder onder druk

Het geduld van General Motors met haar dochter Opel begint langzaam maar zeker op te raken.

Oorzaak is de recente beursgang van het autoconcern, waardoor korte termijn resultaten aan belang hebben gewonnen. Dit betekent dat Opel zo snel mogelijk weer zwarte cijfers moet gaan schrijven, het liefst al dit jaar. Merkchef Nick Reilly gaat er daarentegen van uit dat er pas in 2012 weer geld naar de bankrekening van het moederbedrijf overgemaakt kan worden. De duimschroeven bij Opel worden aangedraaid door Stephen Girsky, de tweede man van General Motors na CEO Dan Akerson. Girsky stelt evenwel dat paniekmaatregelen niet nodig zijn. Door de sluiting van de fabriek in Antwerpen is de productiecapaciteit van Opel in zijn ogen nu redelijk afgestemd op de vraag naar de modellen van het Duitse merk. Een onzekere factor blijft evenwel hoe de Europese automarkt zich dit jaar zal ontwikkelen.  Van de plannen van Reilly om ook buiten Europa auto’s met het bliksemlogo te gaan verkopen, is men op het hoofdkantoor in Detroit niet onder de indruk. Men beschouwt dit als een druppel op een gloeiende plaat. “Opel is een Europees merk”, zo stelt financieel directeur Chriss Liddell. Bovendien gaan bij het aanboren van nieuwe afzetmarkten de kosten voor de baat uit; waardoor de exportplannen van Reilly vooralsnog een dure hobby zijn. Of Opel dit jaar weer het door Detroit gewenste positieve resultaat kan laten zien, is twijfelachtig. Reilly gaat uit van een exploitatietekort van 500 miljoen euro. Een getal waarvan hij zelf niet ongelukkig wordt. “Wij denken het resultaat in vergelijking met 2010 duidelijk te kunnen verbeteren. Het break even punt van Opel ligt nu bij 1,3 miljoen verkopen op jaarbasis. Vorig jaar eindigde de afzetteller 100.000 eenheden lager. In de ogen van Reilly is dit een overbrugbaar verschil. De merkchef streeft er naar om dit jaar het marktaandeel van Opel, exclusief Vauxhall, te verhogen van 6,3 naar 6,7 procent.

Opel verder onder druk - Automobielmanagement.nl

Opel verder onder druk

Het geduld van General Motors met haar dochter Opel begint langzaam maar zeker op te raken.

Oorzaak is de recente beursgang van het autoconcern, waardoor korte termijn resultaten aan belang hebben gewonnen. Dit betekent dat Opel zo snel mogelijk weer zwarte cijfers moet gaan schrijven, het liefst al dit jaar. Merkchef Nick Reilly gaat er daarentegen van uit dat er pas in 2012 weer geld naar de bankrekening van het moederbedrijf overgemaakt kan worden. De duimschroeven bij Opel worden aangedraaid door Stephen Girsky, de tweede man van General Motors na CEO Dan Akerson. Girsky stelt evenwel dat paniekmaatregelen niet nodig zijn. Door de sluiting van de fabriek in Antwerpen is de productiecapaciteit van Opel in zijn ogen nu redelijk afgestemd op de vraag naar de modellen van het Duitse merk. Een onzekere factor blijft evenwel hoe de Europese automarkt zich dit jaar zal ontwikkelen.  Van de plannen van Reilly om ook buiten Europa auto’s met het bliksemlogo te gaan verkopen, is men op het hoofdkantoor in Detroit niet onder de indruk. Men beschouwt dit als een druppel op een gloeiende plaat. “Opel is een Europees merk”, zo stelt financieel directeur Chriss Liddell. Bovendien gaan bij het aanboren van nieuwe afzetmarkten de kosten voor de baat uit; waardoor de exportplannen van Reilly vooralsnog een dure hobby zijn. Of Opel dit jaar weer het door Detroit gewenste positieve resultaat kan laten zien, is twijfelachtig. Reilly gaat uit van een exploitatietekort van 500 miljoen euro. Een getal waarvan hij zelf niet ongelukkig wordt. “Wij denken het resultaat in vergelijking met 2010 duidelijk te kunnen verbeteren. Het break even punt van Opel ligt nu bij 1,3 miljoen verkopen op jaarbasis. Vorig jaar eindigde de afzetteller 100.000 eenheden lager. In de ogen van Reilly is dit een overbrugbaar verschil. De merkchef streeft er naar om dit jaar het marktaandeel van Opel, exclusief Vauxhall, te verhogen van 6,3 naar 6,7 procent.