Nissan leverde met 5,1 miljoen verreweg het grootste aandeel. De Japanse ‘poot’ onder de alliantie wist de productie daarmee ook weer 3,3 procent op te voeren. Renault zelf komt op 2,63 miljoen, maar daar is succesnummer Dacia dan wel in meegenomen. Het Russische Avtovaz, dat ook wordt meegerekend sinds Renault/Nissan een meerderheidsbelang hebben, kwam niet verder dan 535.000 voertuigen. Renault c.s. hebben met die prestatie hun vierde plaats op de ranglijst van grote autofabrikanten bevestigd. Die lijst wordt aangevoerd door Toyota, gevolgd door General Motors en de VW Groep. Na Renault komt Hyundai/KIA op de vijfde plaats.