Leden familie Peugeot zijn miljardair af

Iemand in Frankrijk heeft in de afgelopen weken enorm met z’n tanden zitten knarsen: Thierry Peugeot. Hij heeft moeten toezien hoe zijn familie de zeggenschap over PSA Peugeot Citroën grotendeels heeft verloren. En hij moet constateren dat het bedrijf nog maar heel weinig waard is, wat de Peugeots zelf miljardairs af maakt .

Voor PSA Peugeot Citroën is 2014 een belangrijk transitiejaar, in positieve en negatieve zin. Het goede nieuws is dat het merk Peugeot het ergste verkoopleed nu achter de rug lijkt te hebben: in januari wist men in Europa weer terrein te winnen en groeide het marktaandeel van 6,1 procent naar 6,3 procent. Geen revolutionair verschil maar wel een bemoedigende ontwikkeling. Nu Citroën nog, al was er bij dit zustermerk in januari geen sprake van verder afglijden (het marktaandeel bleef constant op 5,2 procent).

Maar iemand heeft in de afgelopen weken enorm met zijn tanden heeft knarsen. Niet Carlos Ghosn, de Renault-baas die zijn voormalige luitenant Carlos Tavares  (ontslagen omdat hij te veel praatjes kreeg) achter het stuur heeft zien kruipen bij aartsrivaal Peugeot Citroën. Nee, bedoeld wordt Thierry Peugeot. Hij ziet het belang van zijn familie in de autofabrikant door de kapitaalinjectie van de Franse overheid en Dongfeng verwateren van 25,5 procent tot 14,0 procent. Dit betekent dat er na decennia een einde komt aan de feitelijke controle van de Peugeot-dynastie over de grootste autoproducent van Frankrijk.

Natuurlijk, Thierry moet blij zijn dat PSA van de ondergang is gered. Maar de prijs die hij en zijn familie hebben moeten betalen, is hoog. Letterlijk en figuurlijk. Om de beginnen is de Peugeot-familie niet zo maar een Frans ondernemersgeslacht. Het gaat om strenge protestanten, discrete mensen die blij zijn dat zij in het noorden van Frankrijk op grote afstand wonen van de flamboyante, katholieke Parijzenaren. Thierry moet het nog minder van zijn communicatieve vaardigheden hebben dan zijn neven Jean-Philippe en Robert, de voorzitter van de familieholding. Dat is niet erg als je onafhankelijk kan zijn en je eigen koers  bepaalt maar nu schuift de vermaledijde Franse staat dus als aandeelhouder aan tijdens de bestuursvergaderingen.

Thierry was fel tegen de deal met Dongfeng en de Chinezen. Hij dacht dat PSA het wel zou redden, wetende wat er allemaal aan imponerende nieuwe modellen in de pijplijn zit. Een nieuwe kredietlijn ter waarde van 2,7 miljard euro en samenwerking op het gebied van autofinanciering met de Spaanse bank Banco Santander zou voldoende zijn. Maar het heeft niet zo mogen zijn: de Franse staat, die eerder 7 miljard euro had voorgeschoten, trok aan het langste eind.

Het is een bittere pil voor Thierry Peugeot maar het zal vooral slikken voor hem zijn om gemerkt te hebben hoe weinig PSA nog maar waard is: Dongfeng en de Franse staat krijgen elk een belang van veertien procent in de onderneming en betalen daarvoor ieder maar achthonderd miljoen euro. Oftewel: als geheel is het PSA concern nog maar 5,7 miljard euro waard. Een schijntje vergeleken bij de huidige beurswaarde van bijvoorbeeld Tesla: 24 miljard dollar.

Arme Thierry. Hij voelt de vernedering dat zijn onderneming door beleggers nog maar amper wordt gewaardeerd. Het treft hem in zijn hart omdat hij uit een geslacht van doorzetters komt, dat niet opgeeft bij een beetje tegenwind. En hij voelt het in zijn portemonnee omdat hij en zijn neven op basis van de huidige beurskoers miljardair af zijn. En daarmee zijn de Peugeots niet langer één van de rijkste families van Frankrijk. (bron: Autointernationaal.nl)

Leden familie Peugeot zijn miljardair af - Automobielmanagement.nl

Leden familie Peugeot zijn miljardair af

Iemand in Frankrijk heeft in de afgelopen weken enorm met z’n tanden zitten knarsen: Thierry Peugeot. Hij heeft moeten toezien hoe zijn familie de zeggenschap over PSA Peugeot Citroën grotendeels heeft verloren. En hij moet constateren dat het bedrijf nog maar heel weinig waard is, wat de Peugeots zelf miljardairs af maakt .

Voor PSA Peugeot Citroën is 2014 een belangrijk transitiejaar, in positieve en negatieve zin. Het goede nieuws is dat het merk Peugeot het ergste verkoopleed nu achter de rug lijkt te hebben: in januari wist men in Europa weer terrein te winnen en groeide het marktaandeel van 6,1 procent naar 6,3 procent. Geen revolutionair verschil maar wel een bemoedigende ontwikkeling. Nu Citroën nog, al was er bij dit zustermerk in januari geen sprake van verder afglijden (het marktaandeel bleef constant op 5,2 procent).

Maar iemand heeft in de afgelopen weken enorm met zijn tanden heeft knarsen. Niet Carlos Ghosn, de Renault-baas die zijn voormalige luitenant Carlos Tavares  (ontslagen omdat hij te veel praatjes kreeg) achter het stuur heeft zien kruipen bij aartsrivaal Peugeot Citroën. Nee, bedoeld wordt Thierry Peugeot. Hij ziet het belang van zijn familie in de autofabrikant door de kapitaalinjectie van de Franse overheid en Dongfeng verwateren van 25,5 procent tot 14,0 procent. Dit betekent dat er na decennia een einde komt aan de feitelijke controle van de Peugeot-dynastie over de grootste autoproducent van Frankrijk.

Natuurlijk, Thierry moet blij zijn dat PSA van de ondergang is gered. Maar de prijs die hij en zijn familie hebben moeten betalen, is hoog. Letterlijk en figuurlijk. Om de beginnen is de Peugeot-familie niet zo maar een Frans ondernemersgeslacht. Het gaat om strenge protestanten, discrete mensen die blij zijn dat zij in het noorden van Frankrijk op grote afstand wonen van de flamboyante, katholieke Parijzenaren. Thierry moet het nog minder van zijn communicatieve vaardigheden hebben dan zijn neven Jean-Philippe en Robert, de voorzitter van de familieholding. Dat is niet erg als je onafhankelijk kan zijn en je eigen koers  bepaalt maar nu schuift de vermaledijde Franse staat dus als aandeelhouder aan tijdens de bestuursvergaderingen.

Thierry was fel tegen de deal met Dongfeng en de Chinezen. Hij dacht dat PSA het wel zou redden, wetende wat er allemaal aan imponerende nieuwe modellen in de pijplijn zit. Een nieuwe kredietlijn ter waarde van 2,7 miljard euro en samenwerking op het gebied van autofinanciering met de Spaanse bank Banco Santander zou voldoende zijn. Maar het heeft niet zo mogen zijn: de Franse staat, die eerder 7 miljard euro had voorgeschoten, trok aan het langste eind.

Het is een bittere pil voor Thierry Peugeot maar het zal vooral slikken voor hem zijn om gemerkt te hebben hoe weinig PSA nog maar waard is: Dongfeng en de Franse staat krijgen elk een belang van veertien procent in de onderneming en betalen daarvoor ieder maar achthonderd miljoen euro. Oftewel: als geheel is het PSA concern nog maar 5,7 miljard euro waard. Een schijntje vergeleken bij de huidige beurswaarde van bijvoorbeeld Tesla: 24 miljard dollar.

Arme Thierry. Hij voelt de vernedering dat zijn onderneming door beleggers nog maar amper wordt gewaardeerd. Het treft hem in zijn hart omdat hij uit een geslacht van doorzetters komt, dat niet opgeeft bij een beetje tegenwind. En hij voelt het in zijn portemonnee omdat hij en zijn neven op basis van de huidige beurskoers miljardair af zijn. En daarmee zijn de Peugeots niet langer één van de rijkste families van Frankrijk. (bron: Autointernationaal.nl)