Met die en vele andere maatregelen probeert Hyundai zo veel mogelijk op de kleintjes te letten. Het Zuid-Koreaanse autoconcern, ook moeder van Kia, stevent af op het vierde achtereenvolgende jaar met een winstdaling en moet daarom de tering naar de nering zetten.

De glorietijd voor Hyundai/Kia, dat na de crisis snel opklom tot één van de grootste autoverkopers ter wereld, lijkt voorlopig voorbij. Over de eerste negen maanden van dit jaar verkochten de zustermerken wereldwijd 5.621.910 nieuwe auto’s, een daling van bijna twee procent vergeleken met een jaar eerder en de eerste daling sinds 1998. Dat is voor een groot deel te wijten aan het inzakken van de binnenlandse markt in Zuid-Korea waar het concern 12 procent minder auto’s kon slijten. In Europa blijft de glorie nog even bestaan want hier kwam Hyundai over die periode op een plus van 9 procent terwijl Kia zelfs ruim 14 procent hogere verkopen boekte. In de VS is de glans er echter duidelijk af, reden waarom de topman daar onlangs zijn biezen heeft gepakt.

Financieel gezien kwam de operationele winst over het derde kwartaal volgens schattingen van Koreaanse media uit rond de één miljard dollar, dat zou dan ruim een kwart lager zijn dan een jaar eerder. De marge ligt daarmee net rond de vijf procent, dat is de helft van het record van vijf jaar geleden en een relatief laag cijfer in de internationale autowereld. Om de financiële positie wat op te vijzelen, is Hyundai/Kia begonnen met een strikt programma van kostenbesparingen. In dat kader probeert het bedrijf ook flinke kortingen te bedingen van de grote toeleveranciers Bovendien wordt in hoog tempo gewerkt aan nieuwe modellen, vooral SUV’s. Juist in dat steeds populairdere segment van de internationaal automarkt hebben de Koreanen de laatste tijd de boot wat gemist. "We proberen de onbalans tussen de markttrend en ons productenaanbod aan te pakken. Dat kost echter nog al wat tijd, vandaar dat we nu erg op de kleintjes proberen te letten," zegt een hoge Hyundai-functionaris dan ook.

Eén van de belangrijkste kostenposten, arbeid, blijkt veel moeilijker onder controle te krijgen dan het management zou willen. Zodra Hyundai/Kia haar voorstellen voor de lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor een volgend jaar op tafel legt, roepen de machtige Koreaanse vakbonden onmiddellijk een staking uit. Dit jaar is het werk zelfs nog vaker plat gegaan dan in vorige, toch al tumultueuze jaren. Die veelvuldige werkonderbrekingen leiden er op hun beurt weer toe dat levertijden vooral bij auto’s voor het buitenland regelmatig overschreden worden, wat het imago bij de -potentiële – koper uiteraard geen goed doet. Bij dat al komt dan ook nog dat Hyundai, om mee te blijven doen op het autotoneel, fors moet investeren in autonoom rijden en elektrische voertuigen. Juist op die cruciale terreinen is de laatste tijd uit Seoel bitter weinig te horen.