Aan de andere kant werden in Noord-Amerika juist een kwart meer Jaguars en Land Rovers verkocht en gingen er ook in thuisland Groot-Brittannië ruim elf procent meer ‘over de toonbank’. Door de klap in China kwamen de wereldwijde verkopen afgelopen maand uiteindelijk ruim vier procent lager uit.

JLR put echter moed uit het feit dat het met nieuwere modellen als de Jaguar E-Pace en I-Pace wel prima gaat. Daardoor wist Jaguar wel bijna zes procent meer auto’s te verkopen. Bij Land Rover blijft de klad er in zitten met een daling met ruim acht procent vergeleken met februari 2017. ‘’Die sterke groep in Noord-Amerika, Groot-Brittannië en Europa weerspiegelt de aanhoudende vraag naar onze aantrekkelijke producten en twee sterke merken,’’ denkt verkoopdirecteur Felix Brautigam toch.

JLR is in haar Britse fabrieken nu wel hard aan het snijden in het personeelsbestand. Afgelopen maanden zijn weer enkele honderden uitzendkrachten in de fabrieken rond Birmingham naar huis gestuurd. Dat heeft veel te maken met het verschuiven van productie naar een splinternieuwe fabriek in het Slowaakse Nitra die kort geleden in gebruik is genomen. Die vestiging buiten het thuisland moet JLR in staat stellen de kosten verder terug te dringen.