Mocht Oxford uiteindelijk naast het net vissen, dan is niet uitgesloten dat ook de nieuwe Mini in de VDL-fabriek in Born geproduceerd wordt. De Britten zijn vrijdagavond officieel uit de EU getreden maar gedurende een overgangstermijn tot eind dit jaar verandert er niets. In die tijd zouden Londen en Brussel een nieuw akkoord moeten sluiten over het voortduren van de vrije handel maar daarover liggen beide partijen al na enkele dagen met elkaar over in de clinch. De kans dat er invoerheffingen met daadwerkelijke douanecontroles aan de grens van Groot-Brittannië komen, met alle kosten vandien, lijkt daarmee met de dag groter te worden.

Risico’s beperken

In een interview met persbureau Reuters heeft BMW dan ook te kennen gegeven dat de Brexit directe gevolgen zal hebben voor het Britse dochtermerk Mini. Om de risico’s voor de productie te beperken, voorlopig nog niet te investeren en op ontwikkelingskosten te besparen zal de huidige Mini-generatie het wat langer moeten uitzingen dan de zes jaren die in de oorspronkelijke productplanning voorzien waren. “We spreken eigenlijk niet over een uitstel van een nieuwe generatie maar meer over het verlengen van de levenscyclus van de huidige Mini,” aldus een woordvoerder van de fabriek in Oxford.

Met het uitstel kan BMW Groep ook afwachten hoe de Mini zich houdt in de markt. In het afgelopen jaar werden er wereldwijd 346.639 van verkocht, dat is ruim vier procent minder dan in 2018.Wel stelde BMW Groep daarbij dat er al 90.000 bestellingen zijn genoteerd voor de all-electric Mini. Dat is echter een elektrisch aangedreven ‘oude’ Mini en geen nieuw model. Bij dat al komt nog dat BMW de all-electric Mini vooral wil gaan bouwen in China. De Duitsers hebben daartoe een joint-venture gesloten met Great Wall Motors. Samen wordt een nieuwe fabriek gebouwd in Zhangjiagang die in 2022 in bedrijf moet komen en dan 160.000 Mini’s per jaar af moet kunnen leveren.