Op 31 december komt er een eind aan de transitieperiode na Brexit, waarin de handel met de Britten nog normaal verloopt. Onderhandelingen over een nieuw handelsakkoord om die vrije handel zo veel als maar mogelijk zo te houden zijn deze week zo goed als vastgelopen. De Britse premier Boris Johnson heeft de deur min of meer dichtgegooid nadat de EU heeft geweigerd aan zijn eis tegemoet te komen om haar standpunten ‘fundamenteel te wijzigen’.
Zware gevolgen
Een reeks autofabrikanten heeft al eerder gewaarschuwd dat dat zware gevolgen zal hebben. Veel in Britse fabrieken gebouwde auto’s bestaan voor een flink deel uit onderdelen die uit de EU komen, en omgekeerd. Het transport daarvan kan nu ongestoord doorrijden maar zal straks onderhevig zijn aan heffingen en ook controles bij de grenzen met alle oponthoud vandien. Bovendien zal de EU uit Groot-Brittannië aangevoerde nieuwe auto’s belasten met een heffing van tien procent die dan zo goed als zeker aan de koper moet worden doorberekend.
Grote hap
Hallmark: “Als je de invoerheffingen op onderdelen neemt, dat is 45 procent van wat wij inkopen, en het 10 procent tarief op auto’s dan zal dat in het slechtste scenario een grote hap uit onze winst nemen. Het zal ons waarschijnlijk 20 tot 25 procent kosten. Dat komt dan bovenop de schade die we geleden hebben en nog lijden door de coronacrisis.’’ Eerder heeft de productie in de fabriek in Crewe bijna twee maanden stil gelegen maar nu draait die weer op nagenoeg de normale capaciteit. De afgelopen drie maanden is er een kwart meer bestellingen gedaan dan voor de crisis, met China ook voor Bentley als grootste drijfveer, meldt Hallmark ook nog.