Een van de belangrijkste uitdagingen op dit gebied zijn de uiterst gedetailleerde digitale kaarten die nodig zijn voor de zeer nauwkeurige locatiebepaling van de auto. Ook het proces van het overschakelen van autonoom naar handmatig rijden op elk gewenst moment, wordt door Opel in Ko-HAF uitvoerig onderzocht.

Tien seconden

Deskundigen schatten dat een automobilist ongeveer tien seconden nodig heeft om zijn aandacht volledig op het rijden te richten als hij daarvoor iets anders deed. Een zelfstandig rijdende auto moet dus in staat zijn gedurende die tijd de rijomgeving te herkennen en de verkeerssituatie in te schatten. Daarvoor heeft de auto veel meer informatie nodig dan nu met behulp van sensoren en navigatie mogelijk is. Daarom onderzoeken Opel en Ko-HAF de mogelijkheden van de zogenoemde safety server die gebruik maakt van sensoren die wegmarkeringen en andere objecten op de weg detecteren. De server verwerkt die informatie en stelt op basis daarvan een ‘voorspellende digitale kaart’ op. Autofabrikant Opel richt zich met name op de communicatie tussen de server en de auto via een zelfontworpen serveromgeving, via interfaces en communicatieprotocollen.

Gedrag herkennen

In het kader van autonoom rijden richt Opel zich ook op de bestuurder. Met speciale software en sensoren wordt het gedrag van de bestuurder herkend en onderverdeeld in een bepaalde categorie terwijl de auto zelfstandig rijdt. Voorts moet de auto exact weten waar hij zich bevindt en Opel ontwerpt daarom algoritmes voor visuele kaarten en lokalisatie, die vervolgens gecombineerd worden met informatie van navigatiekaarten, bewegingssensoren en het wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GNSS).

Prototype op snelweg

Opel werkt in het onderzoeksproject aan een prototype dat autonoom kan rijden op de snelweg. Eerst wordt het prototype uitvoerig getest op een afgesloten testbaan. Ko-HAF ging afgelopen juni van start en zal lopen tot november 2018. Het project beschikt over een budget van ruim 36 miljoen euro en kan rekenen op de steun van het Duitse ministerie van Economie en Energie.