Daaruit blijkt dat het overgrote deel van de respondenten (72 procent) een auto aanschaft om praktische redenen. Voor de Belg is een versleten auto de voornaamste reden om uit te kijken naar een nieuw vervoermiddel. Ook opvallend: slechts vier procent noemt een lagere CO2-uitstoot als koopmotief. Toch zegt 10 procent gevoelig te zijn voor een lager verbruik.
Bij de aanschaf van een nieuwe auto laat de Belg zich volgens het onderzoek van Cardoen hoofdzakelijk leiden door de prijs (77 procent). Daarna volgen aspecten als betrouwbaarheid, veiligheid, ruimte en comfort. Voor 23 procent van de consumenten is het belangrijk dat de auto er aantrekkelijk uitziet.
Eén op de drie respondenten start het aankoopproces zonder voorkeur voor een bepaald merk. De Belg is evenmin merktrouw: slechts 25 procent zegt weer een model van hetzelfde merk aan te zullen schaffen, de rest wil wel eens veranderen. Bij Mercedes-Benz is het percentage merkentrouw het hoogst, namelijk 39 procent. Van de volumemerken scoort Fiat het slechts: slechts 9 procent van de klanten van dit merk zegt straks weer een Italiaan te zullen kopen. De Duitse merken zijn vooral populair bij Belgen van het mannelijke geslacht. Skoda scoort bij hen zelfs 4,4 keer sterker dan bij de vrouwen. Die geven de voorkeur aan een Peugeot of een Renault. Mini is bij vrouwen zes keer populairder dan bij mannen.
Waar ik nu zo benieuwd naar ben: heeft Cardoen dit onderzoek uitgevoerd onder willekeurige consumenten of onder zijn eigen klanten? In het laatste geval zouden we de uitkomst met een korrel zout moeten nemen, aangezien Cardoen een specifieke groep klanten trekt: mensen voor wie prijsvoordeel bovengemiddeld zwaar weegt.