Olivier raakte in 1976 met Kroymans bevriend, zegt Olivier tegen het blad, dat de beruchte meesteroplichter interviewt ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag. Of hij streken uithaalde met Kroymans? Nee, dat deed hij alleen met Klaas Bruinsma. "Bruinsma kon de auto’s niet op zijn naam hebben staan, dus leaste hij ze zogenaamd vanuit Zwitserland. Volgens mij is dat het begin van de rottigheid bij Kroymans geweest. Hij is in een verkeerde wereld terechtgekomen." Olivier nam naar zijn zeggen ook zelf auto’s af van Kroymans: negen Ferrari’s en ‘misschien wel dertig Jaguars’.
Heer Olivier verkeerde ook met de Hakkelaar (hasjhandelaar Johan V.) maar die hield het om tactische redenen bij een aanzienlijk kleinere auto: een bescheiden Peugeot. Olivier tegen Revu: ‘Johan reed mij als ik incassozaken had. Dat ging vaak om veel geld. Hij deed dat perfect. Het viel niet op, want hij reed in een Peugeootje. De Hakkelaar stond dan voor de deur op de uitkijk. En ik verdenk hem ervan, eigenlijk weet ik het wel zeker, dat hij een .38 pistool bij zich had. Hij was totaal niet bang uitgevallen. En kon fe-no-me-naal rijden.’
Op Quotenet, de website van zakenblad Quote, dat het artikel uit Revu aanhaalt, schrijft een reageerder, een zekere ‘Frits’: ‘So what dat Frits het wagenpark voor de onderwereld regelde? Er zijn maar een paar Ferrari-dealers in Nederland (2 dacht ik) dus is de kans redelijk groot dat ze bij hem aankomen. Dat hij zo een leaseconstructie regelt is ook niet zo heel vreemd, gebeurt redelijk veel bij exclusieve auto’s, waarschijnlijk kan Hessing of welke dealer dan ook dat ook voor je regelen, sterker nog: bij jachten is het standaard, dat vragen ze je het alleen uit beleefdheid ;). Het bespaart je zo ook een slok bpm en vaak btw.’

En ja, hij noemt zichzelf Frits: ‘En het spijt me, ik kan ook niets aan mijn naam doen maar ik zou van mijn achternaam best Kroymans willen heten…’