Stern realiseerde over alleen het derde kwartaal een resultaat van 1,1 miljoen euro (na belastingen) en een netto omzet van 230 miljoen.  Stern verkocht in het derde kwartaal bijna zesduizend nieuwe personenauto’s, waarmee de dealergroep een marktaandeel van 4,8 procent  van de Nederlandse markt realiseerde (vorig jaar 4,4%). Op het gebied van bestelauto’s behaalden de dealers van de Stern Groep een marktaandeel van 8,4 procent. Dat was vorig jaar precies hetzelfde.
Tot en met het derde kwartaal realiseerde Stern een netto omzet van 733 miljoen euro tegenover 706 miljoen een jaar eerder.  Stern zegt dat door de verschuiving van aftersalesomzet naar salesomzet het bruto omzetresultaat maar een beetje is toegenomen met twee ton tot 133,2 miljoen.  De aftersalesomzet daalde mede door het uitbesteden van de exploitatie van een aantal brandstofstations met 5,5 procent tot 264 miljoen euro. Het aantal verkochte nieuwe auto’s nam over de drie kwartalen toe met 14,5 procent  tot ruim twintigduizend stuks. Het aantal verkochte nieuwe bestelauto’s nam toe met 18,9 procent tot 3,5 duizend stuks.

De overige bedrijfsopbrengsten zijn ten opzichte van de drie kwartalen van 2010 toegenomen met negen ton. Dat is vooral te danken aan het dividend en de herwaardering van het belang in de Bovemij Verzekeringsgroep. Over de eerste negen maanden van 2011 bedroeg het bedrijfsresultaat tien miljoen euro, ten opzichte van 7,8 miljoen een jaar eerder. Het resultaat na belastingen is verbeterd van 2,5 miljoen tot 5,3 miljoen.

Over de toekomst doet Stern weinig uitspraken. Directievoorzitter Van der Kwast zegt in zijn kwartaalbericht dat ‘recente ontwikkelingen op de financiële markten hun invloed hebben gekregen op de reële economie. Ook de automotive markt ondervond enige afvlakking in het derde kwartaal’. Stern verwacht dat de landelijke afzet van nieuwe personenauto’s in 2012 zal dalen ten opzichte van 2011 maar de gemiddelde verkoopprijs zou iets kunnen toenemen. Maar, ‘ de onzekere economische omstandigheden maken het onverstandig een duidelijke toekomstverwachting uit te spreken’.  Een en ander neemt niet weg, zo stelt de Stern-directie, dat de lopende efficiencyprogramma’s voortvarend zullen  worden doorgezet. Bovendien zal men scherp letten op (loon-)kostenontwikkeling. Op basis van al die programma’s denkt Stern dat het operationele resultaat geleidelijk kan verbeteren.