Alle lampen aan de buitenkant van een voertuig moeten over een E-merk beschikken. De fabrikant van de lamp moet aangeven waarvoor de lampen bedoeld zijn en is verantwoordelijk voor het aanvragen van een E-merk. Het produceren van lampen zonder E-merk door fabrikanten is alleen toegestaan als deze lampen zijn bedoeld voor specifieke doeleinden, bijvoorbeeld voor op een racecircuit. Verkopers mogen geen voertuigverlichting zonder E-merk verkopen als deze is bedoeld voor voertuigen op de openbare weg. Automobilisten zijn verantwoordelijk voor het gebruik van goedgekeurde lampen in hun voertuig, maar ILT gaat tevens controleren en handhaven bij verkopers.

Onderzoek
Het ILT-onderzoek richtte zich op de verkoop van voertuigverlichting en specifiek op autolampen met een halogeenvoet (koplamp) of een bajonetvoet (bijvoorbeeld knipperlicht). Uit het onderzoek blijkt dat er xenon- en LED-lampen zonder E-merk verkocht worden. Het E-merk moet door de fabrikant worden aangevraagd en wordt in Nederland door de RDW verleend. Om een E-merk te krijgen keurt de RDW de lamp bijvoorbeeld op de lichtintensiteit. Ook voert de RDW tests uit op het gebied van kortsluiting, levensduur en overbelasting. Als de lamp deze tests goed doorstaat volgt een E-merk en is gebruik op de openbare weg toegestaan. Ook draagt het E-merk bij aan eerlijke concurrentie, omdat alle fabrikanten aan dezelfde technische eisen moeten voldoen.

Hoe herken ik een E-merk?
Een E-merk staat op de metalen rand van de lamp en is te herkennen aan een afgeplatte cirkel met daarin de letter E en een getal hierachter dat het land aangeeft waar het product is gekeurd. Voor Nederland is dat bijvoorbeeld E4. De meeste lampen hebben naast een E-merk ook een R-vermelding, omdat die aangeeft waarop het E-merk betrekking heeft. Xenonlampen met een E-merk hebben een voet die is ingebouwd in een koplampunit die bedoeld is voor xenonverlichting. De R-vermelding hiervoor is R99. Ook LED-verlichting heeft een eigen koplampunit. Deze koplampunits (en de bijbehorende lampen) moeten zijn voorzien van een E-merk. Hierop is R128 van toepassing. Halogeenverlichting met een H-voet moet beschikken over een E-merk en een R37 vermelding. Let op: 10R of R10 heeft niets met de lamp te maken en is geen juiste goedkeuring voor het doel waarvoor de lamp op de markt is gebracht. LED-verlichting met een H-voet, of ‘ombouwsets’ van xenonlampen, mogen niet zijn voorzien van een E-merk. Verkopers mogen deze producten niet verkopen en voertuigbezitters mogen deze producten niet gebruiken op de openbare weg.