Als wij dan voor de laatste vergadering bijeenkomen om de winnaar definitief aan te wijzen, heeft AM alle cijfers van de twaalf juryleden bij elkaar geteld én gewogen. En dan kan de verrassing nog veel groter zijn. Soms is de eerste reactie er zelfs één van ongeloof. En zo was het, eerlijk gezegd, ook dit keer met de Ford Transit wel een beetje. Immers, nog maar twee jaar geleden kozen we de Transit Connect tot Bestelauto van het Jaar.  En de collega-juryleden van de Zakenauto van het Jaar kozen afgelopen zomer de Ford Focus. En nu alweer een Ford?  "Dat kunnen we toch niet maken", riep een van ons spontaan uit.

 

Maar ja, hoezo eigenlijk niet? Waarom verkiezen we die auto dan toch met elkaar?

Toen we de cijfers beter bekeken, en dat kunt u ook doen want die staan in de speciale uitgave van AM, constateerden wij dat de Transit eigenlijk ‘stiekem’ wint. Want de auto blinkt alleen maar echt uit in de categorie kilometerkostprijs en die is door de jury voor de Transit heel hoog gewaardeerd. Dat beoordelingscriterium weegt met 25 procent ook nog eens heel zwaar in de totaaltelling. Dus scoort de Transit hier dubbel en pakt hij een grote voorsprong.

 

Alleen de kwaliteit van de import- en dealerorganisatie telt net zo zwaar in de beoordeling als de kilometerkostprijs. Daar komt Ford weliswaar tekort op VW, Mercedes en Opel maar de verschillen zijn niet groot, dus blijft de schade beperkt. Verder staat de Transit nergens bovenaan, bij functionaliteit bijvoorbeeld haalt hij de vijfde plaats; een tweede plek bij de volledigheid van het programma is verder het hoogste resultaat. Maar dat weegt allemaal toch minder zwaar en de winst van de kilometerkostprijs blijkt in de totaaltelling genoeg te zijn geweest. Zo kun je dus met één heel sterk nummer winnen en verder degelijke prestaties, zoals een tienkamper bij atletiek.

 

In die redenering is het dus echt niet alleen maar rozengeur en maneschijn bij Ford. De prijs-kwaliteitverhouding is het sterke punt, maar de dealerorganisatie kan beter. Het is geen echte professionele bedrijfswagenorganisatie zoals andere merken die hebben, maar dat blijkt allemaal niet zo erg te zijn. Daar is een simpele reden voor: een Transit gaat nagenoeg niet kapot, ‘ze zijn niet kapot te schoppen’ is letterlijk in de juryvergadering gezegd. Daar zijn vanuit de praktijk talloze bewijzen voor. En is er een keer wél iets aan de hand, dan zijn de onderdelen goedkoop.

 

In die zin moet bijvoorbeeld Mercedes wel lange openingstijden voor zijn werkplaatsen hanteren omdat die auto’s verhoudingsgewijs veel kapot zijn. Nu repareer je bij Mercedes in de truckgarage en die service is weliswaar heel goed, maar ook duur. Er is geen flexibiliteit in het uurtarief en daarom betalen bestelautoklanten het hoge tarief.

 

En wat te zeggen van Volkswagen, de onbetwiste marktleider met een aandeel in de bestelautomarkt van dertig (!) procent. Volkswagen is in de algemene beleving de absolute nummer één met geweldige producten en een professionele organisatie die bij deze verkiezing ook als beste is gekwalificeerd. Volkswagen is in zijn marketing de tegenpool van de veel-voor-weinig-strategie van Ford. Volkswagen is gewoon duur, de kilometerkostprijs is hoog en daar heeft deze jury een hekel aan, gezien de lage score van Volkswagen op dit gebied. Maar in de markt kan het merk zich de hoge prijzen op basis van zijn imago en lange historie kennelijk veroorloven want anders kom je niet aan zulke enorme aantallen. Volkswagens rijden goed en worden heel vaak mooi gevonden, afgezien dan misschien van de Crafter, want daarover zijn de meningen verdeeld.

 

De Transit is eigenlijk ook niet mooi, in ieder geval in verhouding tot de concurrentie gezien. Een Vito, Trafic of Vivaro ogen héél goed, daar willen de mensen graag in gezien worden. De Trafic won vorig jaar en de Opel Vivaro behaalde dit jaar uiteindelijk de tweede plaats, feitelijk ook zonder ergens echt in uit te blinken. Last but not least noemen we nog Fiat Professional die vooral dankzij een goede kilometerkostprijs een vijfde plaats heeft behaald met de Dóblo Cargo. Fiat blijft ‘last houden’ van zijn netwerk, het product is beter dan de organisatie. De kwaliteit van de auto’s ligt nog maar net onder die van de Duitse merken maar door het kleine marktaandeel op de bedrijfsautomarkt zijn er relatief weinig ervaringscijfers waardoor leasemaatschappijen niet gemakkelijk het merk Fiat adviseren. Al met al is Fiat niet in staat het marktaandeel op te schroeven, ondanks het feit dat de kwaliteit van de auto’s nu goed is. Of misschien moeten  we zeggen nóg niet want wie weet wat er gaat gebeuren met de nieuwe klasse supercompactbestellers waarmee Fiat zijn Fiorino terugkreeg.

 

Afsluitend concluderen we dat succesvol zijn in de bestelautowereld bepaald niet eenvoudig is en het winnen van deze praktijkprijs bijgevolg ook niet. Het is een complex proces dat zich baseert op harde feiten enerzijds en op de kennis, ervaring en beleving van de twaalf individuele juryleden anderzijds. En juist het grote aantal juryleden en hun onderlinge diversiteit maakt dat deze beoordeling de dagelijkse praktijk tot op de huid nadert. Deze prijs , de Bestelauto van het Jaar, is daarom serieus te nemen.

 

Wij feliciteren Ford van harte met de overwinning voor de Transit.

 

Namens de jury,

 

Peter Brouwer, voorzitter