Een auto met het (dorstige) D-label schrikt veel kopers tegenwoordig af. Ze willen alleen nog maar zuinige auto’s, citeert de Volkskrant autoverkoper Tim Jongerius van het Utrechtse autobedrijf Nefkens. "Voor ons wordt het steeds moeilijker auto’s te verkopen met een ‘verkeerd’ etiket. Niet omdat autokopers zich grote zorgen maken over de uitstoot, maar wel omdat de brandstof niet meer te betalen is."

Sinds 2001 zijn autobedrijven verplicht nieuwe auto’s te voorzien van een energielabel. Daaraan gekoppeld is sinds kort een bonus/malusregeling in de aanschafbelasting (bpm). Krijgen hybridekopers 6.400 euro korting, voor auto’s vanaf  D-label moet extra bpm worden betaald.

Of het Nederlandse wagenpark sinds de invoering in 2001 van de energielabels zuiniger en groener is geworden, valt volgens de RAI lastig met cijfers te onderbouwen. "Het wordt niet goed bijgehouden." Ook het ministerie van VROM, de initiatiefnemer van de energielabels, heeft geen cijfers paraat. Wel is de gemiddelde lease-auto de laatste jaren spectaculair zuiniger geworden, zo blijkt uit cijfers van Leaseplan. Ruim 82 procent van al zijn leaseauto’s van dit jaar heeft een groen A-, B- of C-label. In 2007 was dit nog zestig procent en in 2003 veertig procent.

Volgens marketingdirecteur Rob Keulemans van Leaseplan is er een simpele verklaring. "Bij steeds meer grote ondernemingen mogen leaserijders alleen nog maar een auto uitkiezen met een A-, B- of C-label." Volgens Keulemans staan we pas aan het begin van deze trend. Soms geldt nog wel een uitzondering voor de topmanagers. "Daar rijdt men graag automaat. Aangezien dat minder zuinig is, hebben die auto’s vaak een D- of nog hoger label."