Dat heeft de Hoge Raad bepaald. Ook de Belastingdienst hanteert deze tweedeling. Op de website van de Belastingdienst staat hierover het volgende: "Bij een hoger leasebedrag voor een auto uit een duurdere klasse komt alleen het bedrag dat de werknemer aan u betaalt voor het privégebruik in mindering op de bijtelling."

Dit arrest heeft niet alleen financiële consequenties, maar (dus) ook administratieve. De werkgever moet per loontijdvak een administratie voeren van de gereden zakelijke en privékilometers én daarop na afloop van het kalenderjaar weer correcties toepassen. Hiervoor dienen alle medewerkers met een zeg maar te dure auto een kilometeradministratie bij te houden, ook als zij de bijtelling voor lief nemen. De bijtelling kan per loontijdvak variëren aangezien het aantal privékilometers en zakelijke kilometers niet elk loontijdvak hetzelfde zal zijn. Denk bijvoorbeeld aan de vakantieperiode.

De extra bijdrage negeren (helemaal niet in mindering brengen) mag niet. Dan wordt het loon immers fout vastgesteld. Als de auto van de zaak straks ook nog onderdeel gaat uitmaken van de premieheffing werknemersverzekeringen worden de problemen alleen nog maar groter.