Dat schrijft Autoleasewereld op basis van onderzoek van LeaseConsult. Dat de belastingen, en in het bijzonder de bijtelling, per 1 juli 2012 veranderen, mag inmiddels algemeen bekend zijn. Maar er is minder aandacht voor de tussenfase, zegt Roel Hindriks van LeaseConsult, de periode tussen 1 januari en 1 juli. Vanaf 1 januari wordt de bpm weliswaar berekend volgens de oude methodiek, maar er gelden nieuwe waarden. En die veranderingen gaan gepaard met sterk uiteenlopende prijsbewegingen van met name auto’s met een consumentenprijs boven vijftig mille. Zo wordt er op een dieselauto van boven negentig duizend euro (en een uitstoot van 203 gr/km) per 1 januari maar liefst 22 procent minder bpm geheven ten opzichte van 2011. Ook een minder dure variant (77 mille, uitstoot 194 gr/km) wordt vanaf januari negentien procent in bpm goedkoper. In hele (bpm) euro’s verschilt dat respectievelijk 5.814 euro en 4.295 euro. Vrijwel alle duurdere diesels worden in de berekeningen van LeaseConsult goedkoper – althans er wordt minder bpm op berekend. Alleen diesels met een consumentenprijs onder 47 mille worden begin volgend jaar zo’n twee procent duurder.
Dat laatste geldt ook voor menige (duurdere) benzineauto: wie een auto koopt met een prijskaartje van nog net geen 81 duizend euro (basis verkoopprijs vijftig duizend euro) draagt per 1 januari  zeven  procent meer af aan bpm.  Forse aanpassingen dus van de prijzen. En zes maanden later, als op 1 juli 2012 het nieuwe belastingplan in werking treedt, gaan de prijzen weer op de schop. De eerder genoemde dure dieselauto’s, die per 1 januari dus goedkoper worden, worden per 1 juli juist weer sterker belast en dus duurder. De bpm gaat dan gemiddeld zo’n vijf procent omhoog bij gelijkblijvende CO2-cijfers. Bpm wordt vanaf juli voornamelijk bepaald door de CO2-uitstoot, wat bij deze grotere auto’s dus meteen goed te merken is.
De benzinevarianten gaan in tegenstelling tot diesels weer minder bpm opbrengen, althans tot ongeveer een consumentenprijs van tegen de zestig duizend euro. Daaronder (bijvoorbeeld met een prijs van ruim 46 mille) moet juist weer vier procent méér worden afgetikt.

Kortom, de logica is niet altijd te vinden achter al deze wijzigingen, zegt ook Hindriks. Temeer omdat ook enkele kleintjes vreemde prijssprongen gaan maken. Zoals de benzineauto (115 gr/km) met een consumentenprijs van dertien duizend euro die per 1 januari achttien procent minder belast wordt met bpm. Om vervolgens per 1 juli weer tien procent duurder te worden.  Hindriks: "Bij de overheid wordt gewezen op het feit dat auto’s steeds zuiniger worden, maar dat heeft alleen effect wanneer de auto op hetzelfde moment als de bpm-aanpassing ook een lager CO2-cijfer krijgt. En dat kan natuurlijk niet voor auto’s die nog niet aan een update toe zijn en al helemaal niet voor voorraadauto’s. Wat die laatste categorie betreft, is het voor dealers en importeurs natuurlijk wel van groot belang dat het kenteken net voor een verhoging wordt aangevraagd of net na het moment dat een verlaging een feit wordt. Timing is cruciaal."

Overigens blijkt ook uit het onderzoek dat de bpm de komende jaren zal blijven stijgen. "De bpm gaat gemiddeld toch wel fors omhoog, tegen alle verhalen in", aldus Hindriks.