Boete onjuiste rittenregistratie 25%; méér blijft mogelijk

In een procedure over wat een passende boete is voor onjuiste rittenregistratie heeft staatssecretaris Wiebes zijn cassatieberoep tegen het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ingetrokken.

Daardoor blijft de boete bij 25 procent – in dit specifieke geval. Wiebes behoudt zich het recht voor in andere gevallen toch een grotere correctie te eisen (veertig procent of meer). Van algemene strekking door de ingetrokken cassatie is dus geen sprake.

Inzet van het juridisch geschil was een correctie van bijtelling voor privégebruik. De administratie bleek regelmatig af te wijken van de rittenregistratie, doordat de werkgever deze deels baseerde op een aanname. In de zaak die de belastinginspectie vervolgens aanspande, oordeelde het gerechtshof dat de werkgever inderdaad ‘grove schuld’ te verwijten was. Waarna zich de vraag indiende wat de strafmaat moest zijn. Het gerechtshof kwam uit op 25 procent, de standaard bij de belastingdienst wanneer de papierwinkel niet klopt. Voor privégebruik van een auto hanteert de fiscus echter een uitzondering: een correctie naar veertig procent en zelfs honderd procent (als de administratie volledig onjuist is). In de zaak voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd echter 25 procent passend gevonden. Een aanvankelijk cassatieberoep is nu door de staatssecretaris ingetrokken.

Dat geldt echter alleen voor deze procedure. "Bij onjuiste en onvolledige kilometeradministraties kan vaak sprake zijn van manipulatie, een bepaalde vorm van listigheid dan wel valsheid in geschrifte", schrijft Wiebes. "Om die reden ben ik van mening dat de boetes voor dergelijke vergrijpen in beginsel hoger kunnen en mogen zijn dan boetes voor andere correcties. Het is een ernstige zaak als de inspecteur door de onjuistheid of onvolledigheid van een overgelegde kilometeradministratie wordt misleid, en daardoor ten onrechte accepteert dat geen sprake is van (belastbaar) privégebruik. Ik acht dit zeer verwijtbaar en daarom houd ik dan ook vast aan de paragrafen 28.6 en 28.7 van het BBBB".

Boete onjuiste rittenregistratie 25%; méér blijft mogelijk - Automobielmanagement.nl

Boete onjuiste rittenregistratie 25%; méér blijft mogelijk

In een procedure over wat een passende boete is voor onjuiste rittenregistratie heeft staatssecretaris Wiebes zijn cassatieberoep tegen het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ingetrokken.

Daardoor blijft de boete bij 25 procent – in dit specifieke geval. Wiebes behoudt zich het recht voor in andere gevallen toch een grotere correctie te eisen (veertig procent of meer). Van algemene strekking door de ingetrokken cassatie is dus geen sprake.

Inzet van het juridisch geschil was een correctie van bijtelling voor privégebruik. De administratie bleek regelmatig af te wijken van de rittenregistratie, doordat de werkgever deze deels baseerde op een aanname. In de zaak die de belastinginspectie vervolgens aanspande, oordeelde het gerechtshof dat de werkgever inderdaad ‘grove schuld’ te verwijten was. Waarna zich de vraag indiende wat de strafmaat moest zijn. Het gerechtshof kwam uit op 25 procent, de standaard bij de belastingdienst wanneer de papierwinkel niet klopt. Voor privégebruik van een auto hanteert de fiscus echter een uitzondering: een correctie naar veertig procent en zelfs honderd procent (als de administratie volledig onjuist is). In de zaak voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd echter 25 procent passend gevonden. Een aanvankelijk cassatieberoep is nu door de staatssecretaris ingetrokken.

Dat geldt echter alleen voor deze procedure. "Bij onjuiste en onvolledige kilometeradministraties kan vaak sprake zijn van manipulatie, een bepaalde vorm van listigheid dan wel valsheid in geschrifte", schrijft Wiebes. "Om die reden ben ik van mening dat de boetes voor dergelijke vergrijpen in beginsel hoger kunnen en mogen zijn dan boetes voor andere correcties. Het is een ernstige zaak als de inspecteur door de onjuistheid of onvolledigheid van een overgelegde kilometeradministratie wordt misleid, en daardoor ten onrechte accepteert dat geen sprake is van (belastbaar) privégebruik. Ik acht dit zeer verwijtbaar en daarom houd ik dan ook vast aan de paragrafen 28.6 en 28.7 van het BBBB".