Deelnemende leasemaatschappijen moeten binnen een bepaalde tijd werk maken van concrete duurzaamheidscriteria. Het label gaat dus verder dan goede intenties: "Duurzaam Autolease vraagt geen inspanningsverplichting maar een resultaatverplichting", stelt de stichting. Op hoofdlijnen komt dat neer op:

Grondstoffenbeleid: De leasemaatschappijen hebben beleid bepaald ten aanzien van het terugbrengen van en het bewust omgaan met grondstoffen. Hieronder wordt bijvoorbeeld maar niet uitsluitend verstaan, elektronische facturatie, digitalisering, papierverbruik en koffiebekers.

Klimaatneutraal: De leasemaatschappijen zullen de eigen (interne) bedrijfsvoering klimaatneutraal als mogelijk uitvoeren. De resterend veroorzaakte CO2 uitstoot kan worden gecompenseerd met emissierechten uit gecertificeerde duurzame energieprojecten (bijvoorbeeld Climat Neutral Group).

Eigen vloot: Het eigen wagenpark van de leasemaatschappij wordt zo duurzaam als mogelijk ingericht. Uiteraard beginnend met een plan van aanpak om minder kilometers te rijden.

Duurzame inzetbaarheid: De leasemaatschappijen hebben beleid ten aanzien van de duurzame personeel inzetbaarheid van de medewerkers. Bijvoorbeeld het voorzien in opleiding en ontwikkeling (beoordelingsgesprekken, POP) en employability (instroom, doorstroom, uitstroom), Arbo-regels en een RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie)

De stichting acht het "zeer waarschijnlijk" dat in de toekomst criteria, doelstellingen en onderwerpen worden toegevoegd.