Volgens de gegevens van de Europese koepelorganisatie van autobouwers (de ACEA) schopte Lancia het tot 53.868 exemplaren. Daar steekt de prestatie van Alfa Romeo schril bij af, met ruim 42 duizend stuks.

In de afgelopen jaren was de verhouding juist omgekeerd. In 2006 bracht Lancia 116 duizend auto’s aan de man en Alfa Romeo ruim 143 duizend. Vorig jaar was het verschil weliswaar minder, maar nog steeds duidelijk (121 duizend om 142 duizend). Vooral Alfa Romeo kampt Europees gezien met sterk teruglopende belangstelling, want in de eerste vijf maanden van mei 2007 stond de teller nog op ruim 66 duizend verkochte auto’s.  

De reacties van het publiek op de fonkelnieuwe Lancia Delta en de Alfa Mito zullen de komende tijd voor een belangrijk deel gaan bepalen of de huidige volgorde in stand blijft.

In ons land is de verhouding tot en met mei dit jaar duidelijk in het voordeel van Alfa Romeo: 1730 auto’s, tegen 337 bij Lancia.