Dit blijkt uit de jongste cijfers van fabrikantenkoepel ACEA. Een aantal grote landen liet in april fors verstek gaan. In Frankrijk werd 11,1 procent minder verkocht, in het Verenigd Koninkrijk was de terugval 7,4 procent. Ook de al wat langer kwakkelende marken als Italië (april: -2,2%) en Spanje (-23,3%) raakten verder achterop. Van de toplanden weet alleen lijstaanvoerder Duitsland betere cijfers te noteren; in april kochten de Duitsers 2,6 procent méér auto’s, over vier maanden gezien staan onze oosterburen dit jaar op een verkoopwinst van 10,7 procent.

Onder de middenmootlanden is Nederland een positieve uitschieter met een aanhoudende groei van zo’n 25 procent, waarmee ons land nipt de Belgen voorblijft. In België werden in april weliswaar ruim vijfduizend auto’s méér verkocht dan bij ons, maar dit bleek nog niet voldoende om Nederland van de (cumulatief) zesde positie te verstoten.

In lijn met het landenbeeld stijgen de Duitse fabrikantgroepen; Volkswagen-Groep klimt dit jaar 5,3 procent in afzet, General Motors groeit 2,1 procent. Bij de Zuid-Europese fabrikanten worden aanzienlijk minder auto’s geproduceerd; de vraag naar PSA-producten (Peugeot/Citroën) daalde 8,4 procent, Renault-Groep en Fiat-Groep daalden resp. 8,1 en 16,6 procent.

Meer cijfers 

      

Autoverkoop in Europa

 

 

periode: jan. t/m april

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2011

2010

% +/-

1

Duitsland

1.029.654

929.824

+10,7

2

Frankrijk

817.211

785.637

+4,0

3

Verenigd Koninkrijk

696.082

760.341

-8,5

4

Italië

671.788

828.940

-19,0

5

Spanje

279.960

379.804

-26,3

6

Nederland

228.532

182.600

+25,2

7

België

223.204

218.606

+2,1

8

Oostenrijk

121.182

107.661

+12,6

9

Zwitserland

100.439

91.840

+9,4

10

Zweden

98.704

84.815

+16,4

 

totaal Europa (EU27+EFTA)

4.820.870

4.938.491

-2,7

 

 

 

 

 

 

Bron: ACEA; bewerking: Aumacon