Alle grote autolanden kenden een groei: In het Verenigd Koninkrijk en Spanje werd 7,6 procent geplust, terwijl in Duitsland de verkopen met 7,2 procent toenamen. In Italië gingen 3,2 procent meer auto’s over de toonbank en Frankrijk voorkomt gezichtsverlies met een 0,5 procent hoger resultaat. In Nederland werden 44.568 nieuwe auto’s op kenteken gezet; een krimp van 7,1 procent ten opzichte van januari 2013.

De Volkswagen Groep vergrootte zijn marktaandeel van 24,6 procent naar 25,4 procent, waarvan meer dan de helft voor het eigen hoofdmerk. Ook de dochters Audi en Skoda zaten in de lift, terwijl Seat zijn marktaandeel constant wist te houden. PSA lijkt het ergste achter de rug te hebben: Citroën bleef stabiel en Peugeot wist licht te plussen. De Renault Groep behield dankzij de succesvolle dochter Dacia de derde plek met 9,1 procent van de markt (2013: 8,4 procent), maar moest met het eigen label iets terrein prijsgeven.

Het grootste verlies deed zich bij Opel voor. Dit merk zag zijn marktaandeel dalen van 6,5 procent naar 5,7 procent. Opvallend, want Duitsland draaide als thuismarkt op zich prima. Maar de Adam wordt als alternatief voor de Fiat 500 en de Mini niet helemaal serieus genomen, de Corsa is over zijn uiterste verkoopdatum heen en de Astra wordt door zo’n beetje elke concurrent in het C-segment afgetroefd. Vorig jaar bracht de Mokka nog enig soelaas, maar dat effect is uitgewerkt. Verder zien we ook dat Hyundai het moeilijk heeft. Als excuus geldt de generatiewisseling bij de i10, maar voor dit merk is te hopen dat de nieuwe i20 (komt in oktober) succesvoller zal zijn dan de jongste i30, die weinig indruk maakt op de Europese consument.

Bron: Autointernationaal