In de fabriek, die in aanbouw was, zouden in 1950 tweeduizend vrachtwagens moeten worden gebouwd, een schril contrast met de ruim 65 duizend trucks die de fabrieken in Eindhoven en Leyland (Groot-Brittannië) in 2008 verlieten.
DAF speelde aan het einde van de jaren veertig van de vorige eeuw in op de grote behoefte aan transportmaterieel. Bij de onderneming die in 1928 door Hub van Doorne was opgericht en sinds 1933 naam had gemaakt met de productie van aanhangwagens (Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek), verliet op 28 juli 1949 het eerste vrachtwagenchassis de fabriek. Dat jaar moesten er nog vijfhonderd trucks gebouwd worden. Met de ingebruikname van de nieuwe fabriek in januari 1950 kon de productie worden verhoogd naar twee- en later naar vierduizend trucks per jaar.
Aan het einde van de jaren tachtig werden in Eindhoven per jaar zo’n achttienduizend trucks geproduceerd; aan het einde van de jaren negentig waren dat er zo’n 25 duizend. In de eerste jaren van het nieuwe millennium nam de productie in Eindhoven toe tot bijna 31 duizend voertuigen in 2004 en in 2008 werden in Eindhoven bijna veertigduizend middelzware en zware trucks geproduceerd. Daarnaast werden bij Leyland Trucks in Groot-Brittannië ruim twaalfduizend voertuigen uit de LF-serie en nog eens bijna dertienduizend trucks uit de CF- en XF105-series geassembleerd wat de totale productie op bijna 65 duizend eenheden bracht. De aantallen voor 2009 zullen overigens zeker lager uitvallen.
DAF Trucks is tegenwoordig een dochteronderneming van het Amerikaanse Paccar, een van de grootste producenten van zware trucks in de wereld. DAF Trucks heeft fabrieken in Eindhoven en in het Belgische Westerlo en meer dan duizend dealers en servicepunten in Europa.