Dat boek verscheen vandaag bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Spyker Cars is in feite een bodemloze put, zoveel maakt het boek wel duidelijk. ‘2009 is een cruciaal jaar voor het voortbestaan van Spyker. Als het nu niet lukt op eigen benen te staan met behulp van de nieuwe modellen, lijkt het einde onvermijdelijk’, stellen de auteurs, die allebei onder meer werkzaam zijn geweest voor FEM Business. Het boek reconstrueert de weg die de Nederlandse fabrikant van luxe sportwagens sinds de oprichting in 2000 heeft afgelegd. De auteurs spraken daarvoor diverse sleutelfiguren en insiders.
Hoofdpersoon in het boek is de zakenman Victor Muller, volgens de auteurs een fenomeen (‘charmant’, ‘goedgebekt’, ‘bluffer’) maar bovenal een ‘overlevingskunstenaar’. Ondanks het continue geldgebrek bestaat de autobouwer nog steeds en staat Muller nog steeds aan het roer. De Spyker-topman wilde overigens geen medewerking verlenen aan het boek. Op de vraag of de auteurs gelijk gaan krijgen, kan morgen (vrijdag 28 augustus) mogelijk al antwoord komen. Dan publiceert Spyker zijn halfjaarcijfers.
Spyker heeft de hoop gevestigd op het nieuwe model C8 Aileron, dat het bedrijf voor het eerst sinds de beursgang in 2004 winst moet bezorgen. Begin dit jaar zei Muller dat de supersportauto in de markt goed is ontvangen. ‘De orderinstroom is zeer bemoedigend.’

Enkele feiten uit het boek:

*Exclusiviteit lijkt tegenwoordig het enige argument dat de prijs van twee ton voor een Spyker rechtvaardigt. De auto die De Bruijn en Muller in 2000 onthullen, kan zich op dat moment prima meten met de concurrentie, zowel qua techniek als design. Maar intussen heeft de concurrentie niet stilgezeten. De Spyker is in technisch opzicht achterop geraakt, schetsen de auteurs. Andere merken bieden inmiddels méér pk’s voor hetzelfde geld.

*Rasmarketeer Muller slaagt er met zijn fijne neus voor publiciteit in om het merk Spyker in minder dan no time op de kaart te zetten. In 2006 zet hij de stap naar de Formule 1, in de woorden van Muller ‘de grootste marketingmachine op aarde’. Dat is tegen de wil van zijn commissarissen, maar die weet hij te overrulen.

*Marketingpower is niet de enige reden waarom Spyker in de Formule 1 stapt. Met het F1-team koopt Spyker namelijk ook uitstel van executie, tonen de auteurs aan. De schulden van de autofabriek zijn in 2006 hoog opgelopen en is er dringend geld nodig. Dat krijgt Spyker dankzij de miljoenen die internetondernemer Michiel Mol in Spyker investeert om het Formule 1-team te kopen. Ondernemers John de Mol, Marcel Boekhoorn, Ton aan de Stegge en Cees van der Hoeven zijn aanvankelijk ook geïnteresseerd, maar haken af. Het is een meesterzet van Muller: een miljoenenverslindend Formule 1-team kopen om de autofabriek draaiend te houden.

De auteurs staan uitvoering stil bij het rampjaar 2007. Uit de reconstructie wordt pijnlijk duidelijk hoe Spyker bijna ten onder gaat aan het F1-avontuur. Intussen zijn er tientallen miljoenen in Spyker gestopt en nog is het niet gelukt om het bedrijf op eigen benen te laten staan. Steeds moet er geld bij. Dat kan niet blijven duren. De nieuwe modellen Aileron en Peking-to-Paris zijn cruciaal. Die moeten een succes worden. Het is de tragiek van de investeerder Muller die allang had willen cashen. Maar hij kan niet terug. Hij heeft er zelf miljoenen in gestoken en een handvol anderen met hem. Om dat terug te verdienen moet hij dóór. Het bedrijf verkopen is in de huidige staat onmogelijk. Daarom móéten de nieuwe modellen een succes worden, anders lijkt het einde nabij.
Het boek (ISBN 9789046805480) kost 19,95 euro en ligt in de boekhandel. (bron: SoHomme, Nieuw Amsterdam en Financieele Dagblad)