In september rolden er in de vele fabrieken van Toyota in de wereld 908.217 voertuigen van de band. Dat is precies 1,7 procent minder dan in dezelfde maand in 2016. Buiten Japan ging het om 538.809 auto’s, bussen en vrachtwagens, dat is bijna stabiel vergeleken met vorig jaar, maar in de Japanse fabrieken daalde de productie met meer dan vier procent naar 369.408 stuks. Toyota zelf kwam zelf uit op een daling van ruim tien procent terwijl het veel kleinere dochtermerk Daihatsu juist bijna een kwart meer auto’s maakte. De verkopen in het thuisland lagen bij Toyota ook ruim zeven procent lager. Verder zit de klad er ook sterk in bij vrachtwagens en bussen waarvan het merk er 16 procent minder bouwde, ruim zes procent minder verkocht in Japan en 20 procent minder kon exporteren.
Productie bij Toyota loopt terug
Toyota wordt dit jaar zo goed als zeker niet de grootste autofabrikant van de wereld, zo valt uit de laatste cijfers op te maken. Terwijl de Renault-Nissan Alliance, in de eerste jaarhelft de grootste, en de Volkswagen Groep de productie verder opvoeren, maakt Toyota dit jaar minder auto’s dan een jaar geleden.
